Bosnië en Herzegovina is dichter bij lidmaatschap van de EU. De Europese Commissie adviseert om gesprekken te beginnen met de andere EU-lidstaten. Het land werd in 2022 al voorgedragen als kandidaat-lid.
Bosnië en Herzegovina hoorde vroeger bij Joegoslavië, maar werd in 1992 onafhankelijk. Daarna volgde de Bosnische Burgeroorlog tot 1995, waarbij Bosnische Serviërs vochten tegen de Bosnische moslims en de Bosnische Kroaten. De christelijke Bosnische Serviërs pleegden daarbij genocide op de Bosnische moslims en Bosnische Kroaten. Een bekend voorbeeld is de val van Srebrenica in 1995 door de terugtrekking van het Nederlandse leger, waarna het leger van de Bosnische Serviërs in één dag meer dan 8.000 Bosnische moslims en Bosnische Kroaten vermoordde, voornamelijk mannen.
Bosnië en Herzegovina bestaat nu uit 2 eenheden: de federatie van Bosnië en Herzegovina en het deelrepubliek Servië.
Volgens de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen ligt de toekomst van Bosnië en Herzegovina bij de EU.
Er zijn ook andere landen uit hetzelfde gebied als Bosnië en Herzegovina die bij de EU willen komen: Servië, Kosovo, Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië.
Om lid te worden van de EU moeten landen een lang en complex proces doorlopen. Ze moeten hun wetten aanpassen aan de EU-standaarden, de economie moet goed draaien, corruptie moet worden bestreden en er moet een goed functionerende democratische rechtsstaat zijn. Door etnische oorlogen en enorme corruptie hebben de genoemde landen lange tijd moeite gehad om vooruitgang te boeken in dit proces.
Er zijn nog altijd spanningen binnen Bosnië en Herzegovina. Er is nog geen eenheid. De president van de Servische deelrepubliek heeft op X geschreven dat er één nationaal doel is: dat de Serviërs samenwonen in één economische en politieke ruimte, zonder grenzen. Hierdoor voelen de Bosnische moslims en Bosnische Kroaten zich niet gezien.