Zodra de temperatuur daalt, krijgen Nederlanders schaatskoorts. Meteoroloog Amara Onwuka begrijpt dit als geen ander. “Nederlanders zijn dol op schaatsen omdat we veel water hebben dat kan bevriezen. Van Amsterdamse grachten tot Friese meren: het beeld van schaatsende mensen blijft magisch,” zegt ze.
Toch heeft natuurijs het door klimaatverandering steeds moeilijker. De winters zijn korter en minder koud, en door de langere zomers koelt water langzamer af. Volgens Onwuka is de winterperiode sinds 1961 bijna een maand korter geworden, van 91 naar 63 dagen. Daarnaast hebben we vaker zachte westenwinden, terwijl natuurijs juist koude oostelijke of noordelijke wind nodig heeft om snel te groeien. Toch blijft Onwuka positief: “Heel koude periodes kunnen nog steeds voorkomen. Een Elfstedentocht wordt misschien zeldzaam, maar het is zeker niet onmogelijk.”
De Koninklijke Nederlandse Schaatsbond (KNSB) heeft de Club van Natuurijs opgericht om natuurijs, een belangrijk stukje cultureel erfgoed, te beschermen. Voor een klein bedrag kunnen liefhebbers lid worden en zo helpen om natuurijs te behouden. Met het geld ondersteunt de KNSB schaatsverenigingen en organisaties van toertochten door middel van innovatie en het delen van kennis.
Onwuka is enthousiast over het initiatief. “Schaatsen op natuurijs is een traditie waar we trots op mogen zijn. Dit soort projecten geven natuurijs een kans,” zegt ze. Hoewel natuurijs moeilijker groeit, ziet ze ook mogelijkheden door nieuwe technologie. “Met moderne technieken kun je al snel schaatsen op ijsbanen, zelfs als het maar licht vriest. In Winterswijk stonden ze begin november al op het ijs!”
Volgens Onwuka kunnen Nederlanders met een beetje geluk deze winter weer genieten van bevroren weilanden, sloten en ondergelopen schaatsbanen.