een gezamenlijke productie van Deaf Journalism Europe door Wille Felix Zante (Taubenschlag/manua) en Jos de Winde (DNieuws/Turkoois)
SAMENVATTING
De opkomst van Kunstmatige Intelligentie (AI) leidde vrijwel onmiddellijk tot verschillende startups die beweerden het aanhoudende probleem van gebarentaalavatars te hebben opgelost. Gebarentaalavatars zijn eigenlijk hulpmiddelen die gericht zijn op het vertalen van gesproken of geschreven taal naar gebarentalen via geanimeerde computermodellen, die eruitzien als simpele Pixar-achtige personages. Deze avatars hebben last van het “uncanny valley”-effect, een fenomeen waarbij computeranimaties bijna levensecht zijn, maar toch “vreemd” overkomen voor het menselijk oog. Dit betekent dat gebarentaalavatars als vervanging voor menselijke vertalingen grotendeels nutteloos zijn, omdat ze bijna evenveel werk vereisen of even duur zijn als menselijke vertalingen.
In de herfst van 2023 haalde een Duits bedrijf de krantenkoppen door gebarentaalavatar-pakketten te verkopen aan gemeenten in het hele land, met berichten dat AI kon worden gebruikt om teksten toegankelijk te maken. Het zeer twijfelachtige resultaat van deze gebarentaalavatars werd terecht bekritiseerd door een lokale dovenorganisatie. Tegelijkertijd kondigde de Duitse Nationale Dovenbond aan dat zij het gebruik van avatars nadrukkelijk afraden, omdat de technologie nog niet goed genoeg is. Interessant genoeg was de woordvoerder van de DGB betrokken bij een van de door doven geleide ondernemingen die samenwerkten met het (door horenden geleide) bedrijf dat de avatars produceerde.
Ons onderzoek bracht ook aan het licht dat er potentieel miljoenen te verdienen zijn door deze relatief “eenvoudige” en twijfelachtige oplossing te verkopen aan gemeenten in heel Duitsland, omdat de Duitse wet vereist dat openbare instellingen toegankelijkheid in Duitse Gebarentaal op hun websites integreren. Het onderwerp is complex, en we hebben ons best gedaan om het samen te vatten in deze alinea. Voor meer details kun je het volledige artikel lezen, dat vanuit een Duits perspectief dieper ingaat op de avatar-/AI-goudkoorts.
Door de geschiedenis heen heeft de dovengemeenschap met een combinatie van hoop en bezorgdheid de ontwikkeling van technologie bekeken. Van de komst van telefoons en radio’s tot het tijdperk van stille tv’s en faxmachines: elke nieuwe ontwikkeling bracht eigen uitdagingen en kansen mee. Nu we aan de vooravond staan van een nieuw technologisch tijdperk door de opkomst van avatars en kunstmatige intelligentie, bevindt de dovengemeenschap zich opnieuw op een kruispunt. Maar wat betekent dit vandaag de dag voor de dovengemeenschap, en hoe past het in het bredere verhaal van technologische vooruitgang? Deze vragen worden onderzocht, evenals de economische en maatschappelijke implicaties binnen de dovengemeenschap. We kregen de kans om inzichten te verkrijgen van Maartje de Meulder, een expert op het snijvlak van “Dovenstudies, taalbeleid, gebarentolken en AI-gebarentaaltechnologieën,” en van Ralph Raule, ondernemer toegankelijkheid binnen het dovenecosysteem en voorstander van digitalisering bij de Duitse Nationale Dovenbond.
Na drie jaar onderzoek en ontwikkeling in Duitsland werden eind 2023 gebarentaalavatars geïntroduceerd op de websites van Duitse gemeenten. Deze avatars zijn gebaseerd op een onderzoeksproject genaamd AVASAG, van de Duitse bedrijven Charamel uit Keulen en yomma uit Berlijn. Dit pakket, aangeboden door Charamel, had een simpel doel: een goedkopere manier ontwikkelen om websites toegankelijk te maken. Het idee hierachter is dat veel tekst, zoals informatie over privacy volgens de AVG, op verschillende websites vrijwel hetzelfde is.
Voor dit artikel heeft Deaf Journalism Europe onderzoek gedaan naar de huidige situatie in Duitsland, waar de Duitse Nationale Dovenbond onlangs heeft afgeraden om gebarentaalavatars te gebruiken. We nemen dit als startpunt om de risico’s en kansen voor de dovengemeenschap te bekijken. We spraken via e-mail met de dove onderzoeker Maartje De Meulder, die ons vanuit een academisch perspectief inzicht gaf in de technologische, ethische en economische kanten van dit onderwerp.
De geschiedenis van gebarentaalavatars gaat terug tot 1982 en ontstond uit de behoefte om gebarentaal om te zetten in geschreven informatie. Dit bleek echter erg lastig. In tegenstelling tot geschreven talen hebben gebarentalen geen algemeen geaccepteerde schriftelijke vorm en maken ze gebruik van notatiesystemen zoals HamNoSys of Stokoe-notatie, die niet eenvoudig te vertalen zijn. Daarnaast zorgt het gebrek aan veel videomateriaal van gebarentalen ervoor dat het proces moeilijker wordt. Hierdoor blijft de vooruitgang achter vergeleken met de transcriptie en vertaling van geschreven talen, zoals die met technologieën als DeepL of Google Translate.
Het uiteindelijke doel van avatars is om menselijke tolken te vervangen, iets waar we het later in dit artikel met onderzoeker Maartje De Meulder over hebben. Op korte termijn is dat nog niet mogelijk, maar sommige projecten hebben avatars gemaakt die wel begrijpelijk zijn, echter nog lang niet perfect. Hoewel veel onderzoeken en commerciële projecten dove professionals hebben betrokken, zorgde één project vorig jaar voor opschudding door gebarentaalavatars direct aan te bieden aan nieuwe instanties en gemeenten die op zoek waren naar een goedkope manier om te voldoen aan de vrij soepele toegankelijkheidsregels in Duitsland. Het is duidelijk dat kosten besparen hier het belangrijkste doel is, terwijl men ook probeert het tekort aan tolken en vertalers aan te pakken.
Bij het onderzoek door DJE werd een document gevonden over het gebruik van het gemeentelijke avatarproject in een Duitse stad. In dit document, bedoeld voor een besluit door het stadsbestuur, staan kosten van EUR 3.750 per jaar voor een gebarentaalavatar. Dit is veel goedkoper dan de EUR 170 per uur die menselijke tolken Duitse Gebarentaal zouden kosten. Dit bedrag is gebaseerd op het standaardtarief in Duitsland voor twee tolken, EUR 85 per uur per persoon. Het document vermeldt niet dat vertalers van films vaak nog meer rekenen, namelijk tussen de 70 en 120 euro per minuut film. Dit laat zien hoe lastig het is om tolken en vertalen te vergelijken en hoe weinig de mensen die uiteindelijk beslissen, van dit onderwerp afweten.
Een vertegenwoordiger van de Duitse Nationale Dovenbond in een dubbele rol – tussen commercie en politiek
Hoe dan ook, in deze gevallen zouden de kostenbesparingen duidelijk zijn en een sterke stimulans vormen voor gemeenten en andere openbare instanties om over te stappen op gebarentaalavatars, die op de lange termijn steeds meer geautomatiseerd zouden kunnen worden. Toen het onderzoeksproject AVASAG drie jaar geleden van start ging, werkten Charamel en yomma graag samen, maar in de herfst van 2023 begonnen de eerste scheuren tussen beide zichtbaar te worden.
Het Duitse Expertisecentrum Gebarentaal in Beieren (KOGEBA), een nieuwe organisatie die nauw verbonden is met de Duitse Dovenvereniging van München, protesteerde tegen het gebruik van gebarentaalavatars. Ze hadden kritiek op het gegeven dat een van de betrokkenen bij de samenwerking tussen Charamel en yomma ook een dubbelrol had als vertegenwoordiger van de Duitse Nationale Dovenbond. Toen DJE hierover vragen ging stellen, zeiden zowel de woordvoerders van de Charamel en yomma als de vertegenwoordiger zelf dat alles volgens de regels verliep. Ook gaven ze aan dat de expertise en technische achtergrond van de vertegenwoordiger precies de reden waren waarom hij bij het project betrokken was.
Ondertussen verschenen gebarentaalavatars die door Charamel zijn gemaakt met de toolkit uit het AVASAG-project op websites in heel Duitsland. De avatars zien er allemaal hetzelfde uit, maar zijn aangepast aan de steden waarvoor ze de inhoud vertalen.
In de lente van 2024 bracht KOGEBA (het Beierse expertisecentrum) opnieuw een openbare verklaring uit over de gebarentaalavatars die met de toolkit zijn gemaakt. Deze keer richtte KOGEBA zich op websites die de avatar al gebruiken, zoals het Zeppelin Museum in Friedrichshafen en verschillende gemeentelijke websites. KOGEBA vindt de avatars niet goed genoeg, vooral bij specifieke woorden zoals stadsnamen. Volgens KOGEBA is het vingerspellen te langzaam en te lang, en zijn de gebaren moeilijk te begrijpen.
Enkele dagen later bracht de Duitse Nationale Dovenbond, samen met de nationale vereniging van docenten Duitse Gebarentaal, de nationale vereniging voor slechthorenden en de vereniging van gediplomeerde dove tolken, een kort en “voorlopig” statement uit over het gebruik van gebarentaalavatars. Hierin spraken ze zich duidelijk tegen het gebruik ervan uit. Degene die het statement uitsprak in de video was niemand minder dan Ralph Raule, de vertegenwoordiger van de Duitse Nationale Dovenbond die eerder bekritiseerd werd vanwege zijn dubbele rol in het AVASAG-onderzoeksproject. Wat veroorzaakte deze verdeeldheid? We namen contact op met yomma, Charamel en uiteraard Raule. Allen reageerden, behalve yomma, die uitgebreid zijn excuses aanbood, maar aangaf dat ze op dat moment niet konden reageren. Toen dit artikel werd gepubliceerd, hadden ze nog steeds niet gereageerd. Evenmin had de Duitse Nationale Dovenbond de definitieve gezamenlijke verklaring gepubliceerd die eerder was aangekondigd. Toen we hem in het voorjaar van 2024 interviewden, drong Raule erop aan dat we hem citeerden als vertegenwoordiger van de Duitse Nationale Dovenbond en niet in zijn rol bij yomma.
Maar wat zijn avatars eigenlijk?
Avatars zijn digitale figuren die worden gebruikt in virtuele omgevingen. Een gebarentaalavatar is een geanimeerd personage dat gebaren maakt en in gebarentaal “spreekt.” Er zijn verschillende manieren om deze avatars te maken.
De eerste manier is met registratie van bewegingen. Hierbij dragen mensen die gebaren maken een pak met markeringen die verbonden zijn met camera’s. De camera’s vanuit verschillende hoeken registreren hun bewegingen, en de markeringen helpen om deze bewegingen om te zetten in animaties voor de avatar.
De tweede manier is via codering. Hierbij worden elementen zoals handvormen, handpositie en richting, maar ook gezichtsuitdrukkingen, mondvormen, ogen en wenkbrauwen omgezet in code. Deze worden dan geprogrammeerd in bewegingen.
Deze twee methoden kunnen ook gecombineerd worden. Bewegingsregistratie kan worden gebruikt voor losse gebaren, en handmatige codering om overgangen en combinaties van gebaren te maken.
Hebben avatars een doel?
Maartje de Meulder zegt: “Zeker, er zijn absoluut alledaagse toepassingen voor de productie/generatie van gebarentaal in de vorm van avatars (virtuele mensen), bijvoorbeeld in sectoren zoals de horeca, het toerisme en voor semi-geautomatiseerde klantinteractie (vergelijkbaar met chatbots).” De Meulder beschrijft haar werk als liggend op het snijvlak van de velden “Dovenstudies, taalbeleid, tolken Gebarentaal en AI-gebarentaaltechnologieën.” Ze is nieuwsgierig naar hoe al deze velden “invloed hebben op het dagelijks leven en de rechten van doven, en op het bredere kader van rechten op gebarentaal.”
Gebarentaalavatars hebben in sommige situaties zeker een voordeel ten opzichte van menselijke tolken. Er zijn veel plekken waar avatars in plaats daarvan ingezet zouden kunnen worden: in treinen, op luchthavens, op sociale media, of om locaties toegankelijker te maken, vooral wanneer niet zeker is of er doven aanwezig zullen zijn. Het is idealiter niet de bedoeling dat avatars tolken gebarentaal vervangen, maar dat ze een aanvulling vormen. “Geautomatiseerde vertaling kan helpen om enkele van de huidige beperkingen van menselijke tolken gebarentaal te verlichten, maar hiervoor is veel meer technologische vooruitgang nodig,” zegt De Meulder.
In de toekomst zou een avatar ingezet kunnen worden in situaties waar geen tolk beschikbaar is, of in gevallen waar men liever geen tolk heeft. Taaltechnologie is in de kern een positieve ontwikkeling, maar er moet nog veel gebeuren om het bruikbaar te maken. Dit kan ook nuttig zijn voor dove kinderen en hun horende ouders. Bij het leren van gebarentaal kan een avatar bijvoorbeeld tussen de lessen door een aanvulling zijn, zodat ouders die gebarentaal willen leren meer mogelijkheden hebben om te oefenen. Over het algemeen kunnen gebarentaalavatars helpen om het bewustzijn en de zichtbaarheid van gebarentalen te vergroten.
Waarom zijn dove mensen zo fel tegen avatars?
Er is binnen de dovengemeenschap een zekere afkeer tegen het gebruik van gebarentaalavatars. De Meulder geeft hierop haar kijk:
“Op dit moment zijn de meeste avatars die aan dove gebruikers worden gepresenteerd prototypes en voldoen ze mogelijk niet volledig aan hun behoeften. Vaak wordt feedback gevraagd door horende ontwikkelaars in laboratorium omgevingen, die niet altijd goed weergeven hoe het in de echte wereld gebruikt wordt. Het risico van dit soort feedbackvragen is dat dove respondenten avatars zien als een nieuwe gebarenstijl die ze moeten ‘begrijpen’ en mee leren omgaan (net zoals ze moeten leren omgaan met de stijl van tolken). Dit kan leiden tot sociaal wenselijke reacties.”
Daarnaast bestaat het risico dat dove respondenten onbewust bevooroordeeld zijn: “Respondenten zeggen misschien dat ze het begrijpen, simpelweg omdat ze denken dat van hen verwacht wordt deze technologie te waarderen, aangezien die ‘voor’ hen is ontwikkeld.” Een probleem in dit onderzoeksveld is het gebrek aan betrouwbare praktische data: “Er is een groot verschil tussen het kort naar een avatar kijken op een scherm in je eigen kantoor voor een experiment en ernaar moeten kijken tijdens een zenuwslopende medische afspraak.”
De Meulder vertelt verder over de verwachtingen binnen de dovengemeenschap: “Sommige doven hopen dat gebarentaalavatars een soort magische oplossing zijn die de toegankelijkheid kan verbeteren. Het is belangrijk om die verwachtingen goed te managen en niet te overdrijven wat gebarentaal technologieën kunnen.”
Ze ziet ook het risico dat overheden avatars gaan gebruiken als een goedkope manier om toegankelijkheid te regelen: “Veel doven zijn bang dat overheden voor de goedkopere optie zullen kiezen en machinale vertaling zullen gebruiken in plaats van menselijke tolken in sommige situaties. Doven zouden dan gedwongen worden om machinale vertaling te accepteren, ook als het niet echt geschikt is. Deze angst komt voort uit eerdere ervaringen met hoe overheden omgaan met taaldiversiteit. We weten dat dit een gevaarlijk pad kan zijn: doven waren bijvoorbeeld tegen het gebruik van VRI (Video Remote Interpreting, tolken op afstand via video) in ziekenhuizen, maar toch wordt dit nu in sommige medische situaties algemeen gebruikt.”
Gebarentaalavatars: Navigeren tussen Technologie, Belangenbehartiging en Ethische Vraagstukken
Kritiek op gebarentaalavatars ontstond al in 2018, toen de Wereldfederatie van Doven (WFD) samen met de Wereldvereniging van Gebarentaaltolken (WASLI) een verklaring publiceerde over het gebruik van gebarentaalavatars. De belangrijkste kritiek was dat computergestuurde vertalingen niet de kwaliteit van menselijke tolken kunnen bereiken, vooral als het gaat om sociolinguïstische en socioculturele factoren. In levensbedreigende situaties, waarin doven in nood verkeren, mogen avatars nooit worden gebruikt, omdat de kans op fouten te groot is en – dit is een belangrijk punt op zich – er geen tweerichtingscommunicatie met avatars mogelijk is. Dit betekent dat informatie wel vertaald kan worden, maar dat doven niet kunnen terugpraten of om verduidelijking kunnen vragen. Net als bij gebarentaalhandschoenen lijkt avataronderzoek grotendeels te negeren dat doven wel degelijk willen en kunnen reageren. Dit is iets wat avatars zelfs in 2024, zes jaar na de gezamenlijke verklaring van WFD en WASLI, nog steeds niet kunnen leveren.
De Meulder maakt onderscheid in het gebruik van avatars in “noodsituaties”: “Het is belangrijk om goed te kijken naar waar avatars wel en niet geschikt voor zijn. Er is een verschil tussen een avatar die informatie geeft op een overheidswebsite en een avatar die communicatie helpt tijdens een levensbedreigende medische situatie. Door te prioriteren en het gebruik in verschillende situaties te onderscheiden, kan de technologie beter worden aangepast en geaccepteerd door gebruikers. Ook binnen dezelfde sectoren, zoals de medische wereld, moeten we onderscheid maken: sommige toepassingen, zoals inchecken in een ziekenhuis, kunnen nuttig zijn, terwijl andere, zoals bij kritieke operaties, onaanvaardbaar blijven.”
In 2019 brachten drie Oostenrijkse verenigingen aanvullende verklaringen uit waarin ze het gebruik van gebarentaalavatars afraden. De taalkundige vereniging Verbal waarschuwde dat avatars gebarentaal als een “kunstmatige” taal kunnen laten lijken en dat ze doven, vooral kinderen, hun rolmodellen ontnemen. Ze wijzen het argument af dat avatars op de lange termijn een goedkopere vertaaloplossing zouden zijn, omdat mensenrechten, zoals het recht op communicatie, niet in geld zijn uit te drukken. Ze maken zich zorgen dat meer geld naar avataronderzoek zal gaan, waardoor er minder overblijft voor echt gebarentaalonderzoek en de ondersteuning van de Oostenrijkse Gebarentaal, die erkend is als UNESCO-erfgoed. De Oostenrijkse Nationale Dovenvereniging (ÖGLB) vindt, net als WFD en WASLI, dat onderzoek en productie van gebarentaalavatars altijd onder leiding en controle van dove professionals moeten staan. De ÖGLB is ook bezorgd dat doven steeds minder een rol krijgen in de vertegenwoordiging van gebarentaal.
Alle verenigingen, inclusief de Europese Unie van Doven (EUD), zijn het erover eens dat gebarentaalavatars toegestaan kunnen worden voor niet-essentiële informatie zoals vertragingen van treinen en weersvoorspellingen. Ze zijn echter ook unaniem over de andere kant: avatars mogen nooit worden gebruikt voor essentiële informatie, zoals in noodgevallen of bij rampen.
Voor De Meulder is het belangrijk dat voorstanders hun argumenten tegen gebarentaalavatars ondersteunen met feiten en eigen onderzoek: “Dovenorganisaties moeten zich voorbereiden op mogelijke ingrijpende veranderingen door nieuwe taaltechnologieën, vooral machinevertaling. Mijn advies zou zijn: kijk vooruit. Dovenverenigingen kunnen helpen om beleid vorm te geven dat rekening houdt met toekomstige ontwikkelingen, zodat doven keuzevrijheid houden in hoe ze informatie ontvangen. Een ander punt waar dovenverenigingen (en verenigingen en opleidingen voor tolken gebarentaal!) over na moeten denken, is hoe dit het beroep van tolk gebarentaal zal beïnvloeden.”
Het is duidelijk dat avatars, als een sterke technologische ontwikkeling, niet meer tegen te houden zijn. De dovengemeenschap moet hierin meegaan en betrokken raken om te voorkomen dat ze opnieuw voordelen in toegankelijkheid verliezen. Maar we kunnen ons afvragen hoe ethisch deze betrokkenheid is. Dit is een punt van discussie bij zowel dove academici als in de dove politiek.
De dovengemeenschap en hun betrokkenheid bij de ontwikkeling van avatars: een lastige positie
De Duitse Dovenbond (DGB) heeft weinig gezegd over gebarentaalavatars, herinnert Ralph Raule zich. We spreken hem over de voorlopige verklaring die in 2024 snel werd uitgebracht, enkele dagen na de tweede verklaring van KOGEBA. KOGEBA had al in november 2023 geprotesteerd tegen het AVASAG-project, en beweerde dat het project, gestart in 2020, geen dove professionals betrok bij de belangrijke fases van het ontwikkelen van gebarentaalavatars.
Belangrijker nog, KOGEBA bekritiseerde Raule’s betrokkenheid bij AVASAG terwijl hij ook bij de Duitse Nationale Dovenbond zit. Raule, oprichter en aandeelhouder van yomma, ontkende deze beschuldigingen, net als alle projectpartners van AVASAG. Ze stellen ook dat, in tegenstelling tot de kritiek van KOGEBA, er wel degelijk dove professionals betrokken zijn geweest. Dat was in november 2023.
In dat najaar zijn documenten van gemeenten verschenen waarin de prijzen voor gebarentaalavatars van Charamel werden besproken. Voor twee jaar werd €3.750 gerekend, met nog eens twee jaar “gratis” gebruik. Dit zou neerkomen op €3.750 voor vier jaar, al is het onduidelijk of dat bedrag in de toekomst hetzelfde blijft.
“We denken dat we het gebruik van ‘echte’ gebarentaaltolken kunnen verminderen door digitale avatars in te zetten,” staat in het document. “Echte” gebarentaaltolken kosten €170 per uur voor twee tolken. Voor hetzelfde bedrag dat Charamel voor vier jaar vraagt, zou je maar zo’n 22 tolkuur kunnen betalen, zonder extra kosten zoals reiskosten mee te rekenen. Het document vergelijkt de gebarentaalavatar ook met de tekst-naar-spraakfuncties die al op hun websites staan. Verder wordt in het document stilletjes aangekondigd dat deze avatars vanaf de jaarwisseling 2023/2024 op gemeentelijke websites zullen verschijnen.
De Waakhond van Zuid-Duitsland slaat opnieuw toe
KOGEBA, altijd alert, merkte dit meteen op. In hun tweede verklaring op Valentijnsdag 2024 noemen ze 23 gemeenten die gebarentaalavatars gebruiken, waaronder grote Duitse steden zoals München, Duisburg, Würzburg en Regensburg. Als de prijs overal hetzelfde is, betekent dit een verkoop van iets meer dan €86.000. (Charamel gaf aan dat de licentie ongeveer €1.000 per jaar kost, wat overeenkomt met €3.750 voor vier jaar gebruik). Duitsland heeft iets meer dan 10.000 gemeenten, wat een mogelijke opbrengst van 37 miljoen euro over vier jaar zou kunnen betekenen. Dit concept is veel goedkoper dan echte gebarentaaltolken, dus er valt veel geld te verdienen met het ontwikkelen, testen en verkopen van gebarentaalavatars.
Na de tweede verklaring van KOGEBA reageerde de Duitse Nationale Dovenbond snel, en samen met de nationale vereniging van gebarentaaldocenten, de nationale vereniging voor slechthorenden en de vereniging van gecertificeerde dove tolken, publiceerden ze een verklaring waarin ze duidelijk het gebruik van gebarentaalavatars afraden.
Deze verklaring werd gepresenteerd door Ralph Raule, dezelfde vertegenwoordiger wiens betrokkenheid bij het avatarproject AVASAG via zijn bedrijf yomma eerder werd bekritiseerd. Hoe kwam deze verandering van mening tot stand?
Raule legt meteen een paar dingen uit in een interview via e-mail. De avatars die in de tweede verklaring werden bekritiseerd, zoals die van het Zeppelin Museum in Friedrichshafen, waren experimenteel, zegt hij. “Het idee was om te testen: kijken wat we nodig hebben en hoe ver de technologie al is, zodat we later een goed avatarsysteem kunnen ontwikkelen.” Wat nu op de website van het Zeppelin Museum te zien is, is puur een experiment en de mensen die gebruikt werden voor de motion capture waren geen getrainde of gecertificeerde tolken. “Vanaf het begin was het duidelijk dat dit pas gebruikt zou worden nadat gekwalificeerde professionals hadden gecontroleerd dat het voldoet aan de normen,” zegt hij. “Iedereen die gebarentaal kent, ziet meteen dat de avatar in deze vorm niet geschikt is voor publicatie.” Hij benadrukt opnieuw dat hij erop stond dat de experimentele video’s niet op openbare websites zouden komen. “Bij yomma waren we verrast, omdat de testvideo’s die we hadden gemaakt toch werden gepubliceerd voor het Zeppelin Museum. Charamel deed alsof het een volledig ontwikkeld product was.”
Alexander Stricker, de eigenaar van Charamel, het bedrijf dat de gebarentaalavatars aan gemeenten in het hele land verkoopt, laat ons in een e-mail weten dat “het voor ons heel belangrijk is om eindgebruikers al in een vroeg stadium erbij te betrekken.” Het product, zegt hij, “wordt stap voor stap ontwikkeld in een doorlopend proces.” Hij is “erg dankbaar” voor de tweede verklaring van KOGEBA, omdat die Charamel helpt om hun technologie te verbeteren.
Op de vraag waarom de verklaring van de Duitse Nationale Dovenbond zo snel na die van KOGEBA kwam, geeft Raule toe dat de bond al sinds 2020 aan een verklaring werkte, maar dat de bond deze niet wilde publiceren omdat de technologie zo snel veranderde. Ze spraken met KOGEBA in december 2023. KOGEBA vroeg waarom hun verklaring nog niet was verschenen en of dat kwam door Raule’s dubbele rol bij yomma/AVASAG en de bond. “Die vraag bracht me aan het denken, en uiteindelijk besloot ik de verklaring af te maken.” Hij legt uit dat de verklaring van vier grote verenigingen komt en daarom zorgvuldig is geformuleerd. De verklaring hangt samen met hun poging om gezamenlijke richtlijnen te maken voor kwaliteitsstandaarden in gebarentaal voor media en vertaling. De snelle ontwikkeling van avatartechnologie zorgde voor extra druk om de verklaring sneller uit te brengen, zegt Raule. “Veel ambtenaren denken dat avatars dé oplossing zijn voor toegankelijkheid voor doven, zonder de dovengemeenschap te vragen wat ze van avatars vinden.”
Sinds het gemeentelijke avatarproject bekend werd, meldden steeds meer kranten dat AI binnenkort kan worden gebruikt om geschreven of gesproken taal om te zetten in gebarentaal. Toen we daarover doorvroegen, gaven de betrokken horende journalisten zonder gebarentaalachtergrond, aan dat ze specifiek doelen op het gemeentelijke avatarproject—hetzelfde project dat door KOGEBA bekritiseerd is en als ongeschikt voor gebruik werd bestempeld. We vroegen Alexander Stricker van Charamel of het aan yomma duidelijk was gemaakt dat het experimentele materiaal in echte situaties zou worden gebruikt. Stricker antwoordde dat de resultaten van het AVASAG-project, dat Charamel was gestart en waarbij yomma en andere partners betrokken waren, door elke partner in het project gebruikt konden worden. Dit is vastgelegd in een “grondig” contract tussen alle partners, zegt hij.
Samenvatting en Vooruitblik: waar gaan we van hieruit heen?
Je hoeft alleen maar te kijken naar hoe snel de technologie zich heeft ontwikkeld, van de eerste AI-video’s in 2023 tot de Sora AI-videotechniek in 2024. Ook vertalingen van geschreven tekst, zoals bij DeepL, zijn door AI heel betrouwbaar geworden. Het is goed mogelijk dat AI kan helpen om automatische gebarentaalvertaling via avatars te verbeteren, al zijn veel mensen er nog sceptisch over. Het vreemde gevoel dat veel mensen bij gebarentaalavatars ervaren, het “uncanny valley”-effect, blijft wel iets om rekening mee te houden.
Sinds Apple’s iPhone X de Memoji “avatars” introduceerde, is duidelijk geworden dat gewone gebruikers bewegingsregistratie kunnen gebruiken zonder speciale pakken of technologie. Met de nieuwe “personas” voor videochats, ontworpen voor de Vision Pro-headset, laat Apple zien dat het mogelijk is om bewegingen en handvormen heel precies na te bootsen, bijna zonder dat vreemde “uncanny valley”-effect.
Naast tolken zijn er ook andere toepassingen voor deze technologie, zoals blijkt uit onderzoek van RWTH Aachen naar anonimiteit via gebarentaalavatars. Anonieme gebarentaal is bijna onmogelijk, maar avatars – of aanpasbare “personas” zoals Apple ze noemt – kunnen misschien een laag van geheimhouding of neutraliteit bieden voor gebarentaalpresentaties. Maar omdat avatars vooral worden gezien als een manier om kosten te besparen, is het onwaarschijnlijk dat hier veel financiering voor komt. Zoals de Oostenrijkse vereniging Verbal al zei: mensenrechten mogen niet worden afgewogen tegen geld – dat is de belangrijkste les bij avatars. Tegelijkertijd is het duidelijk dat er veel geld te verdienen valt door “tolkdiensten” aan te bieden tegen een veel lagere prijs.
De Meulder ziet een bijzondere uitdaging voor dove onderzoekers. Ze moeten zich bewijzen in teams met horende collega’s en hebben te maken met ongelijke machts- en communicatiesituaties: “Veel dove onderzoekers maken mee dat ze pas laat worden gevraagd om aan AI-projecten voor gebarentaal mee te werken, vaak als het idee al vaststaat, het team al is gevormd, het onderzoek al loopt of bijna afgerond is. Dit zet dove onderzoekers vaak klem, omdat de technologie toch wel wordt ontwikkeld en het onderzoek gepubliceerd, met of zonder hun deelname, terwijl meedoen kan overkomen alsof ze het goedkeuren.”
De Meulder noemt 10 onderzoeksprojecten sinds 2015, die samen bijna 26 miljoen euro aan EU-financiering hebben ontvangen. Zoals bij veel technologieën is economische motivatie een belangrijke factor: “Dit geldt ook voor gebarentaaltechnologieën, hoewel de markt kleiner is. Het gaat niet alleen om winst maken, maar ook om kostenbesparing.” Ze ziet dit niet per se als een probleem voor mensenrechten en toegankelijkheid, maar vindt dat we moeten nadenken over hoe we “deze technologieën kunnen inzetten om de toegang voor doven te verbeteren, in plaats van alleen te kijken naar hun economische voordelen.”
De discussie over de ethiek van gebarentaalavatars blijft doorgaan. Het grootste risico voor de dovengemeenschap is dat de integriteit van gebarentaal en dovencultuur wordt aangetast. Gebarentaalavatars kunnen de kwaliteit en echtheid van gebarentaal verminderen, waardoor het kunstmatig aanvoelt en belangrijke culturele en sociale aspecten verloren gaan. Ook is er bezorgdheid dat deze technologie vooral uit economische belangen wordt ingezet, in plaats van met aandacht voor toegankelijkheid voor de dovengemeenschap. Als gebarentaalavatars niet op een zorgvuldige manier worden ontwikkeld, met echte betrokkenheid van de dovengemeenschap en aandacht voor het behoud van gebarentaal en cultuur, kunnen ze meer schade dan voordelen opleveren.