Alice van der Garde, een betrokken lid van de dovengemeenschap, werd op vrijdag 22 september geëerd met de Koninklijke Onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor haar jarenlange inzet voor de erkenning en ontwikkeling van de Nederlandse Gebarentaal en de belangen van dove mensen. De uitreiking van de onderscheiding vond plaats aan het eind van het symposium over NGT-erkenning, waar Alice zelf een fel betoog hield over de socio-culturele positie van doven.
In eerste instantie was Alice volledig gericht op de inhoud van het symposium. Haar doel was om kennis te delen en informatie te verspreiden binnen de dovengemeenschap. Tot haar grote verrassing werd zij echter aan het einde van het symposium plotseling het middelpunt van de aandacht. “Ik dacht dat ik een prijsje of een bloemetje zou krijgen, maar toen zag ik mijn familie de zaal binnenlopen en daarna de burgemeester. Toen wist ik het,” zei Alice.
Ze voelde zich vereerd dat de onderscheiding niet in het gemeentehuis werd uitgereikt, waar zij het podium met anderen zou delen die eveneens werden gehuldigd. Het feit dat deze ceremonie tijdens het symposium over NGT-erkenning plaatsvond, maakte de ervaring extra speciaal. Het maakte het cirkeltje rond!
Tijdens het toespraakje van de burgemeester was Alice echter niet helemaal bij de les, zo gaf ze toe. Ze voelde zich overweldigd. De burgemeester gaf een samenvatting van de ondersteunende teksten die waren opgesteld door haar familie, Dovenschap, haar werkgever Kentalis Compas en het Gebarencentrum, ter ondersteuning van haar nominatie. Het was Dovenschap dat haar nominatie had voorgedragen. Ze heeft 42 jaar vrijwilligerswerk gedaan en 25 jaar gewerkt in het onderwijs. Alice had niet verwacht dat haar langdurige mantelzorg voor haar vader, en nu voor haar moeder, als een geldige bijdrage werd beschouwd bij haar onderscheiding.
Naast haar inzet voor haar familie heeft Alice van der Garde zich op haar werk op school onderscheiden door meer te doen voor haar leerlingen dan van haar verwacht werd. Ze heeft veel gedaan door meer dan alleen een docent te zijn, ze heeft alles gedaan om hen te ondersteunen.
Voor Alice is de Koninklijke Onderscheiding een bevestiging van haar toewijding en erkenning voor haar inzet. “Ik voelde me al gezien, maar nu is het erkend en bevestigd, en dat voelt heel fijn en bijzonder,” aldus Alice.
Nuchter als ze is, wil ze het lintje niet meteen in het zicht hangen, maar ergens achterin wegstoppen kon ook niet. Haar zoon bedacht echter een creatieve oplossing: ze speldt het lintje tegen een piepklein schilderijtje en plaatst het rechtop in haar vitrinekast.
Alice van der Garde sluit af met een belangrijke boodschap: ze stopt niet. Haar toewijding gaat onverminderd door. Ze benadrukt: “Ik wil doorgaan met het bevorderen van de ontwikkeling van dove mensen. Soms lijken we te veel bezig te zijn met horende mensen, zoals met gebarencursussen, uitleg geven, lobbyen en vechten voor rechten. Maar wat krijgen dove mensen eigenlijk? Slechts een uurtje gebarentaal- en dovencultuurles?” Haar vastberadenheid om zich in te zetten voor de rechten en kansen van dove mensen blijft onveranderd.