Zorgkantoren, verantwoordelijk voor langdurige zorg, maken zich zorgen over de beschikbaarheid van voldoende zorgwoningen voor ouderen in de komende jaren. Deze woningen bieden zelfstandigheid gecombineerd met toegang tot verpleeghuiszorg.
Tegen 2030 moeten er 40.000 extra zorgwoningen zijn om aan de behoefte van ouderen te voldoen. Hoewel daarvoor plannen zijn, is het onzeker of ze gerealiseerd kunnen worden. Deze woningen zouden ouderen dezelfde zorg moeten bieden als verpleeghuizen, geregeld door zorgkantoren en uitgevoerd door zorginstellingen.
Naast de zorgwoningen wil de overheid ook nog eens 250.000 andere woningen voor ouderen bouwen, waaronder woningen zonder trappen en gemeenschappelijke woongemeenschappen zoals ‘knarrenhofjes’.
Door de onzekerheid in de politiek zijn zorginstellingen terughoudend om zich te verbinden aan nieuwe plannen. Het oude kabinet bezuinigt vanaf volgend jaar 700 miljoen euro op de ouderenzorg, terwijl de nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB vanaf 2027 weer 600 miljoen wil investeren.
Het aantal ouderen in ons land neemt de komende jaren hard toe, terwijl de politiek nu al een rem heeft gezet op de uitbreiding van plekken in de verpleeghuizen.
Anneke Westerlaken, voorzitter van de koepelorganisatie van zorginstellingen, waarschuwt dat de politieke onzekerheid projecten doet stilvallen, waardoor de doelstelling van 40.000 extra woningen in 2030 in gevaar komt. Dit kan leiden tot problemen voor ouderen die al moeite hebben om zelfstandig thuis te blijven wonen.
Momenteel zijn er plannen voor meer dan 23.000 nieuwe zorgwoningen tot 2027. Maar voordat deze gebouwd kunnen worden, moeten eerst enkele problemen opgelost worden, zoals dure materialen, hoge rentetarieven en een tekort aan arbeidskrachten. Daarna moeten ook de zorgaanbieders nog hun deel doen om alles te laten slagen.