Toen de dove Amerikaanse Robert “Bobby” Osborne vorige week werd neergestoken, werd hij behandeld in een ziekenhuis in Oklahoma. Tijdens zijn behandeling had hij geen tolk ASL (American Sign Language) en kon hij geen contactgegevens van zijn familie doorgeven.
Noch de politie noch het ziekenhuis regelden een tolk ASL. Dus Bobby kon niet vertellen wat er was gebeurd en hoe hij zich voelde. Bobby werd al na een paar uur ontslagen uit het ziekenhuis, die een taxi voor hem regelde dat hem naar huis bracht.
Bobby’s moeder, Angila West, besefte de ernst van de situatie toen ze werd gebeld door een buurvrouw van Bobby. De buurvrouw vertelde dat Bobby verward rondliep en bloed op zich had. Toen Angila hem vond, was het moeilijk om met hem te communiceren. Ze vertelde aan een Amerikaanse nieuwszender dat niemand haar had geïnformeerd dat haar zoon was neergestoken en in het ziekenhuis terecht was gekomen.
Angila heeft geprobeerd om antwoorden te krijgen van de politie en van het ziekenhuis over waarom haar zoon zonder ondersteuning werd achtergelaten.
Het antwoord van de politie was dat ze op dat moment geen beschikbare tolk hadden en daarom Bobby niet om contactgegevens van zijn familie konden vragen. Ook waren er communicatieproblemen tussen het politiebureau en het ziekenhuis.
Het gebrek aan toegang tot tolken ASL heeft niet alleen de veiligheid en het welzijn van Bobby in gevaar gebracht, maar laat ook een breder probleem zien van communicatieproblemen binnen openbare (hulp)diensten in Amerika, ondanks hun beloften om altijd hun best te doen om met slachtoffers te communiceren.
Angila is van mening dat de toegankelijkheid van openbare (hulp)diensten voor doven en slechthorenden prioriteit moet krijgen. De gebeurtenis met Bobby moet leiden tot een herziening van het systeem om ervoor te zorgen dat zulke gevallen in de toekomst worden voorkomen, zegt Angila.
Artikel: Kenny Åkesson / Teckenrapport
Vertaling + revisie: Jos de Winde