Het lijkt erop dat een verbod op conversietherapie (‘homogenezing’) in Nederland er niet komt. In de Tweede Kamer is erover gedebatteerd, maar verschillende partijen vinden dat het wetsvoorstel niet de juiste oplossing is.
Het wetsvoorstel om deze behandelingen te verbieden, kwam van D66, GroenLinks-PvdA, SP en de Partij voor de Dieren. Al eerder was duidelijk dat het voorstel weinig kans had, omdat meerdere partijen tegen zouden stemmen.
Uiteindelijk kreeg het voorstel alleen steun van de VVD. Partijen als PVV, NSC en BBB zien er niets in. Volgens BBB heeft de Raad van State (organisatie die goed nadenkt over belangrijke wetten en regels in Nederland) kritiek op het voorstel gegeven en is er daarna bijna niets aan veranderd. NSC is tegen conversietherapie, maar vindt dat het wetsvoorstel niet precies genoeg is. NSC is bang dat andere handelingen die geen conversietherapie zijn, er per ongeluk ook onder kunnen vallen. Het CDA was eerder vóór een verbod, maar wil het nu op een andere manier aanpakken. De partij stelt voor om het als psychisch geweld strafbaar te maken. Volgens het CDA is het wetsvoorstel onduidelijk en lastig om uit te voeren.
In andere landen, zoals België en Duitsland, is conversietherapie al verboden. De Verenigde Naties riepen in 2020 op om deze behandelingen over de hele wereld te verbieden. Wetenschappers zeggen dat conversietherapie niet werkt en schadelijk is.
Tijdens de therapie krijgen mensen soms medicijnen of elektrische schokken toegediend. Soms gaat het om intensieve gebedssessies. De Nederlandse LHBTI-belangenorganisatie COC vraagt al tien jaar om een verbod. Volgens COC leiden deze therapieën tot mentale problemen, depressies en zelfs zelfmoord.
