DNieuws

Vanaf dit jaar wordt 11 juli de internationale herdenkingsdag voor de genocide in Srebrenica. Dat heeft de Verenigde Naties (VN) bepaald.

Wat is er toen gebeurd?
In de jaren 90 was de Bosnische Burgeroorlog in toenmalig Joegoslavië, waarbij Bosnische Serviërs vochten tegen de Bosnische moslims en de Bosnische katholieke Kroaten. De christelijke Bosnische Serviërs pleegden genocide op de Bosnische moslims en Kroaten. Een bekend voorbeeld is de val van Srebrenica in 1995. Toen trok het Nederlandse leger zich terug en vermoordde het Bosnisch-Servische leger in één dag meer dan 8.000 Bosnische moslims en Kroaten, vooral mannen. Dat was de grootste georganiseerde volkerenmoord in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.

Joegoslavië bestaat niet meer. Het is opgedeeld in onder andere Bosnië en Kroatië. In Bosnië wonen drie grote bevolkingsgroepen. Bosnië is verdeeld in 2 delen: Bosnië-Herzegovina waar Bosnische moslims en Kroaten wonen en Servië waar Bosnische Serviërs wonen.
De Servische regering wil dat niet meer: het wil een onafhankelijk land worden en niets te maken hebben met de Bosnische moslims en Kroaten.

Duitsland en Rwanda hadden de landen van de VN gevraagd om te stemmen voor de internationale herdenkingsdag voor die massamoord in Srebrenica. Bij de stemming waren 83 landen voor, 19 tegen en 68 landen stemden niet.

Nabestaanden en slachtoffers vinden het besluit van de VN belangrijk, vooral omdat de genocide door Servië wordt ontkend. In de verklaring over de herdenkingsdag staat dat Servië een genocidale staat is. Hier is de Servische regering het helemaal niet mee eens.

Servië werd tijdens de stemming gesteund door onder meer Rusland en China. De meeste westerse landen, waaronder Nederland, stemden voor de herdenkingsdag.

Deel dit

Geef een reactie

Ga naar de inhoud