Mensen die in gebieden met slechte luchtkwaliteit in Nederland wonen, hadden een hogere risico op ernstige gevolgen na een coronabesmetting. Ze hadden een hogere kans om dood te gaan, hadden een hoger risico om besmet te raken en hadden ook veel meer last van de coronaklachten. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft samen met andere instanties een onderzoek gedaan en kwamen tot deze conclusie.
Tijdens het onderzoek, die liep van het begin van de pandemie in 2020 tot begin 2021 toen de vaccinatiecampagne van start ging, analyseerden de onderzoekers coronabesmettingen, ziekenhuisopnames en sterfgevallen. Ze vergeleken regio’s met slechte luchtkwaliteit met gebieden waar de luchtkwaliteit beter was. Specifieke regio’s werden niet genoemd, maar de onderzoekers wezen op de invloed van factoren zoals veehouderij en verkeer op het verhoogde risico om besmet te raken met corona en ernstige ziektegevallen.
In totaal testten meer dan 760.000 mensen positief op het coronavirus, werden meer dan 31.000 mensen met coronaklachten opgenomen in het ziekenhuis, en overleden bijna 22.500 patiënten gedurende het onderzoek.
Volgens het onderzoek zouden er minder mensen ziek zijn geworden als de lucht schoner was geweest in gebieden met slechte luchtkwaliteit. Als de lucht beter was geweest, zouden er naar schatting 6.000 tot 13.500 minder mensen besmet zijn geraakt. Ook zouden er 1.100 minder mensen in het ziekenhuis zijn opgenomen en waren er 400 tot 800 minder coronadoden.
De onderzoekers zeggen dat mensen niet direct corona krijgen van vervuilde lucht, omdat het virus vooral wordt verspreid door contact tussen mensen. Maar als mensen veel vuile lucht inademen, kunnen ze uiteindelijk wel problemen krijgen met hun longen en hart, zoals ademhalingsproblemen en hartziekten. Ook lopen mensen die in vuile lucht wonen meer risico op het krijgen van luchtweginfecties en kunnen ze minder gezond zijn.