Vorige week in de nacht van donderdag 23 mei op vrijdag 24 mei is er in Papoea-Nieuw Guinea een grote aardverschuiving geweest. Een dorp is toen overstroomd door een dikke laag aarde en rotsen. Hierbij zijn er zeker 2.000 mensen omgekomen.
Het aantal vermisten is niet bekend omdat het onduidelijk is hoeveel mensen er precies in het dorp woonden.
Papoea-Nieuw-Guinea evacueert zo’n 7.900 mensen uit de regio waar de grote aardverschuiving was. Het land is bang voor nieuwe aardverschuivingen. Volgens de regionale overheid horen mensen elk uur rotsen breken. Het is net als een bom of een geweerschot en de stenen blijven naar beneden vallen.
Het land heeft aan de Verenigde Naties (VN) laten weten dat er niet alleen doden en puin zijn, maar ook enorme schade aan de economie.
Reddingswerkers zijn naar het moeilijk begaanbare gebied gegaan om overlevenden te zoeken, maar de omstandigheden zijn zwaar. Mensen graven met hun handen in het puin. Er zijn maar heel weinig lichamen gevonden. Volgens de VN is het zeer onwaarschijnlijk dat er nog overlevenden worden gevonden.
Afgelopen maandag 27 mei werd ook nog duidelijk dat de belangrijkste hulproute naar het rampgebied is afgesneden doordat een brug is ingestort. Dit maakt de evacuatie van de mensen nog moeilijker.
Ook zwaar materieel dat onderweg was naar het gebied om slachtoffers uit het puin te halen moet een andere, langere route nemen.
Papoea-Nieuw-Guinea vormt samen met de Indonesische provincie Papoea een eiland in Oceanië, tientallen kilometers boven Australië. Het land bestaat voor het grootste gedeelte uit regenwouden en heeft iets meer dan tien miljoen inwoners.
De aardverschuiving (bron: Emmanuel Eralia/AFP via France24)
