DNieuws

Het Indiase Hooggerechtshof heeft gezegd dat erkenning van het homohuwelijk niet kan op basis van bestaande wetgeving en dat nieuwe wetgeving nodig is. Dit betekent dat het parlement van India zelf een nieuwe wet moet gaan maken. 

Dit oordeel is een teleurstelling voor 21 stellen die het Hooggerechtshof hadden gevraagd om het homohuwelijk te erkennen. Zij gebruikten daarbij grondwetsartikelen over gelijkheid, gelijke kansen en discriminatie. Zij betoogden tijdens de zittingen in april en mei dat homokoppels de status van ‘tweederangsburgers’ hebben in India. Zij kunnen bijvoorbeeld geen gezamenlijke bankrekeningen of pensioenen beheren, of samen een kind adopteren.  

Ze hadden gehoopt dat India na Taiwan het tweede Aziatische land zou worden waar mensen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen. Ook in Vietnam, Thailand en Nepal zijn ze er mee bezig. 

In 2018 werd het verbod op seks tussen personen van hetzelfde geslacht afgeschaft. Dit verbod kwam nog uit het koloniale tijdperk. De mening van de bevolking is de laatste jaren progressiever geworden. Toch blijft de regering tegen het homohuwelijk. De overheid en religieuze organisaties zeggen dat het huwelijk alleen voor man en vrouw is.  

De activisten hopen nog wel op maatschappelijke gelijkheid. De hoogste rechter van het Hof zei namelijk dat vooroordelen en discriminatie tegen homostellen moeten stoppen en dat queer zijn een natuurlijk fenomeen is.  

Hij zei ook dat alle koppels, maakt niet uit welk geslacht of seksuele oriëntatie, recht hebben op erkenning. Het afpakken van het recht op adoptie aan lhbtiqa+-stellen is volgens hem discriminatie. Alleenstaanden mogen wel adopteren.  

Hoewel sommige rechters van het hof het oneens waren met hem, zijn ze het er allemaal over eens dat een commissie moet onderzoeken of lhbtiqa+-stellen gezamenlijke bankrekeningen kunnen openen, evenals onderwerpen over het pensioen- en erfrecht. 

Deel dit

Geef een reactie

Ga naar de inhoud