Er zijn te weinig mensen om het openbaar vervoer te rijden. Daardoor rijden er minder bussen en trams dan vroeger. In de provincies rijden er ongeveer 10 procent minder bussen en trams dan vóór de coronapandemie.
Bij de ene vervoerder gebeurt uitval van ritten af en toe als er op 1 dag te veel zieken zijn. Bij de andere vervoerder gebeurt dat veel vaker.
In Den Haag rijdt in het weekend de nachtbus niet meer, omdat er te weinig chauffeurs zijn bij de vervoerder HTM. Ook rijdt de vervoerder op een paar lijnen minder vaak.
In de provincie Groningen rijden er minder treinen op sommige trajecten. De provincie is bang dat het openbaar vervoer in sommige gebieden, waar weinig mensen wonen, helemaal verdwijnt.
De provincie Groningen zegt dat er meer aan de hand is dan alleen te weinig mensen. In de coronaperiode zijn mensen gaan thuiswerken, en nu nog steeds werken mensen thuis. Dus niet iedereen neemt elke dag de OV. De vervoerbedrijven krijgen hierdoor minder inkomsten en kunnen niet meer alle ritten rijden omdat ze de chauffeurs niet meer kunnen betalen.
Drenthe vreest “vervoersarmoede in bepaalde gebieden” als er steeds minder ritten kunnen worden ingepland.
In Amsterdam roept het GVB soms de hulp in van een touringcarbedrijf als gratis overstapoptie. In een aangepast vervoersplan wil het GVB volgend jaar een aantal trams inkorten.
In Noord-Holland mogen de eisen voor nieuwe chauffeurs iets omlaag.
Ook in Zeeland is een taxidienst gekomen die langs de haltes rijdt wanneer de bus of trein daar niet of niet elk uur rijdt.
Op het moment voeren een paar OV-bedrijven campagnes om meer mensen te werven.
Maar het is nog niet duidelijk of al deze maatregelen genoeg zullen zijn om het personeelstekort op korte termijn op te lossen. De verwachting is dat het probleem nog jaren zal duren.
