Nieuw onderzoek naar versteende poep en kots laat zien hoe dinosauriërs de baas werden op aarde. Ze konden zich goed aanpassen aan hun omgeving en aan het voedsel dat beschikbaar was. Dat speelde een belangrijke rol in hun succes.
De eerste dinosauriërs leefden ongeveer 230 miljoen jaar geleden. Binnen 30 miljoen jaar waren ze de succesvolste dieren op aarde. Grote reptielen, zoals krokodilachtigen, waren niet zo succesvol. De onderzoekers zeggen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature dat dit kwam door het aanpassingsvermogen van de dinosaurussen.
De versteende poep en kots laten zien dat vroege dinosauriërs alleseters waren. Ze aten wat ze konden vinden, zoals vissen, insecten en botten. Later, toen het klimaat vochtiger werd, pasten zowel vlees- als plantetende dinosauriërs zich goed aan. Ze konden gemakkelijk nieuwe planten en verschillende soorten vlees verteren.
De onderzoekers vonden ook houtskool in de poep en kots. Dit suggereert dat dinosauriërs giftige planten konden eten die andere dieren niet aankonden. Houtskool helpt om de schadelijke stoffen in giftige planten minder gevaarlijk te maken. Dit bijzondere aanpassingsvermogen gaf dinosauriërs waarschijnlijk een voordeel ten opzichte van andere diersoorten.
De onderzoekers zeggen dat dit onderzoek belangrijk is: “We hebben beter kunnen begrijpen welke rol dinosauriërs in hun omgeving speelden.” Ook leggen ze uit dat dinosauriërs hun voedsel sneller en efficiënter verteerden dan krokodillen en alligators van nu.
De onderzoekers willen nog meer poep en kots van dinosauriërs onderzoeken, ook uit andere delen van de wereld. Zo hopen ze beter te begrijpen waarom dinosauriërs uiteindelijk maar liefst 170 miljoen jaar op aarde hebben kunnen leven.