De rechtszaak tegen een oud-politieagent die waarschijnlijk betrokken was bij de dood van de Amerikaanse Breonna Taylor is mislukt. De zwarte vrouw werd in 2020 doodgeschoten bij een inval in haar huis in Amerika.
De jury kon het niet eens worden of de oud-agent te veel geweld had gebruikt. Daarom is de zaak stopgezet in de rechtbank. Het Openbaar Ministerie kan de oud-agent opnieuw oproepen en daarmee de zaak opnieuw behandelen, maar het is niet bekend of dat gaat gebeuren.
De 26-jarige Taylor en haar vriend lagen te slapen toen agenten de voordeur van hun woning intrapten. Taylors vriend dacht dat het om indringers ging en schoot 1x op de agenten. Drie van die agenten reageerden met 32 kogels: Taylor werd door 6 kogels getroffen.
Maar één van de agenten wordt aangeklaagd voor te veel geweld. Hij vuurde volgens de aanklagers maar liefst tien keer, zonder iemand te raken. Eerder werd besloten dat de agent die Taylor doodschoot niet zou worden vervolgd, omdat hij zelf was beschoten door haar vriend.
Vorig jaar bekende een andere agent dat ze na de schietpartij had geholpen het huiszoekingsbevel te vervalsen. Ook zei de oud-agent dat ze had gelogen tegen de rechercheurs die de zaak onderzochten. Volgend jaar staan twee andere agenten voor de rechter omdat ze ervan worden beschuldigd het onderzoek naar het schietincident tegen te werken.
Door de dood van Taylor en die van andere zwarte Amerikanen kwamen er in 2020 in Amerika vele protesten tegen racistisch politiegeweld. Dit werd de ‘Black Lives Matter’ genoemd. In veel andere landen, waaronder Nederland, kwamen ook antiracismeprotesten waar heel veel mensen bij aanwezig waren.
