Salarissen stijgen in 2024, vooral salarissen van mensen met een minimumloon
Bijna alle mensen die werken in Nederland zullen volgend jaar meer loon krijgen. Mensen met een modaal inkomen, een brutoloon van 3.395,06 euro, zullen per maand ongeveer 80 euro meer op de bankrekening zien verschijnen. Mensen die het minimumloon verdienen, krijgen de grootste verhoging. Dit is berekend door ADP, een bedrijf dat de salarissen van ongeveer 1,2 miljoen Nederlanders verwerkt voor andere bedrijven. “We gaan er volgend jaar allemaal op vooruit”, zegt ADP. De belangrijkste reden hiervoor is de verhoging van de algemene heffingskorting, arbeidskorting en het minimumloon. Volgend jaar verandert het minimummaandloon naar een minimumuurloon. Nu is het maandloon 1.995 euro bruto. Bij sommige werkgevers is 36 uur voltijds werk, bij anderen 38 of 40 uur. Hierdoor verdient iemand die 36 uur werkt bij het ene bedrijf hetzelfde als iemand die 40 uur werkt bij een ander bedrijf. Dit wordt als oneerlijk gezien. Daarom wordt vanaf 2024 het minimumuurloon 13,27 euro. Bij 36 uur werken verdient iemand dan bruto 2086 euro, wat 131 euro meer is dan in 2023. Werk je 38 uur, dan krijg je er 199 euro bij en bij een fulltimebaan van 40 uur is dat 267 euro. Waarschijnlijk zullen mensen die net iets meer verdienen dan het minimumloon ook profiteren van de verhoging van het minimumloon. Als je bijvoorbeeld nu 5 procent meer verdient dan het minimumloon, zal je dat verschil willen behouden wanneer het minimumloon stijgt. Hoewel de nettolonen stijgen, betekent dit niet automatisch dat iedereen aan het einde van de maand meer overhoudt. De berekeningen van ADP houden geen rekening met bijvoorbeeld hogere verzekeringspremies en duurdere boodschappen. Verder gaat de inkomstenbelasting volgend jaar iets omhoog door een kleine stijging van het lage tarief, van 36,93 naar 36,97 procent. Het hoge tarief, dat geldt vanaf 75.518 euro, blijft op 49,50 procent.
Groeiende salariskloof tussen mannen en vrouwen
In Nederland is het verschil in salaris tussen mannen en vrouwen groter geworden, zo blijkt uit het Nationaal Salaris Onderzoek, uitgevoerd door Intermediair en de Nyenrode Business Universiteit. Hoewel de afgelopen twee jaar 70 procent van de mensen in loondienst een hoger salaris heeft gekregen, hebben mannen daar meer van geprofiteerd dan vrouwen. Mannen kregen gemiddeld een loonsverhoging van 16 procent, terwijl vrouwen het met slechts 9 procent moesten doen. Uit het onderzoek blijkt dat mannen nu gemiddeld 7,4 procent meer verdienen dan vrouwen voor hetzelfde werk, terwijl dit verschil twee jaar geleden nog 5 procent was. Het Nationaal Salaris Onderzoek heeft de salarissen en arbeidsvoorwaarden van meer dan 23.000 mensen in loondienst geanalyseerd. Uit het onderzoek blijkt dat de mediaan bij vrouwen op 38.267 euro bruto ligt. Bij mannen ligt die mediaan hoger: daar is het bruto jaarsalaris 43.806 euro. Met een mediaan wordt het middelste getal van de verzamelde data bedoeld. Dat betekent dat de helft meer verdient dan dit bedrag, de helft minder. In 2021 was dit 35.066 euro bij vrouwen, 37.650 euro bij de mannen. Jaap van Muijen, een onderzoeker aan Nyenrode, legt uit dat dit verschil al snel ontstaat doordat mannen vaak hoger beginnen in dezelfde salarisschaal. Ook benadrukt hij de invloed van werkonderbrekingen bij vrouwen, die vaker dan mannen een tijdje niet of minder werken vanwege zorgtaken, zoals kinderopvang of mantelzorg. Hierdoor hebben vrouwen minder gesprekken over doorgroeimogelijkheden en salarisverhogingen. Van Muijen suggereert ook dat onderhandelingen een rol kunnen spelen, waarbij mannen mogelijk assertiever zijn. Hij benadrukt echter dat werkgevers vooral verantwoordelijk zijn voor eerlijke salarissen en dat deze resultaten niet moeten leiden tot het idee dat vrouwen harder moeten onderhandelen. In sommige sectoren is het verschil in salaris tussen mannen en vrouwen zelfs groot. Zo verdienen mannen in de ICT en bij de rechterlijke macht respectievelijk 22 procent en 27 procent meer dan vrouwen. Deze ongelijkheid wordt gemeten in euro’s en kan oplopen tot meer dan 10.000 euro per jaar. Hoewel het positief is dat 70 procent van de Nederlanders de afgelopen twee jaar een hoger salaris heeft gekregen, roept dit vragen op over de werkelijke verbetering van de koopkracht, gezien de stijgende kosten van levensonderhoud. Recent onderzoek toonde aan dat één op de vijf Nederlanders moeite heeft om hun vaste lasten te betalen. De inflatie blijft hoger dan de stijging van de lonen, wat de financiële druk op veel huishoudens vergroot. Van Muijen benadrukt de noodzaak van transparantie bij werkgevers en suggereert dat zij verplicht moeten worden om aan te tonen dat mannen en vrouwen in dezelfde functie gelijk worden beloond. Dit zou in jaarverslagen openbaar moeten worden gemaakt om de salariskloof te verminderen.