Ouders niet bewust van online pesten
In Nederland is online pesten een serieus probleem dat vaak niet opgemerkt wordt door ouders en leraren. Onderzoekers van de Saxion Hogeschool hebben vastgesteld dat gemiddeld twee tot drie kinderen per klas hier slachtoffer van zijn, met mogelijk ergere gevolgen dan bij traditioneel pesten. Hun resultaten zijn gebaseerd op een uitgebreid onderzoek dat verschillende studies samenbracht om de situatie helder te krijgen. Het onderzoek richtte zich zowel op basisscholen als middelbare scholen, waarbij speciale aandacht uitging naar de bovenbouw van de basisschool, waarover nog weinig bekend is. “Hoewel de precieze omvang varieert tussen 10 en 40 procent, zien we dat online pesten ook voorkomt in groep 6, 7 en 8,” aldus mede-onderzoeker Remco Spithoven, die samen met Saxion-lector Cathy van Tuijl het onderwerp onder de loep nam. Online pesten gaat over allerlei vormen van pestgedrag op sociale media, zoals beledigende berichten via Snapchat, gemene reacties op YouTube, buitensluiting in groepsapps en het verspreiden van privéfoto’s zonder toestemming. Als dit vaker dan twee of drie keer gebeurt bij iemand wordt het pesten genoemd. “We hebben vreselijke voorbeelden gezien, zoals grafstenen met namen van kinderen erop,” vertelt Spithoven. De gevolgen van online pesten kunnen nog erger zijn dan pesten op het schoolplein. Dat komt onder meer omdat online pesten 24 uur per dag doorgaat. Online voelen daders zich vaak anoniem en kunnen ze verder gaan dan ze op school zouden doen, omdat ze niet direct de gevolgen zien. Kinderen zijn hier extra gevoelig voor, omdat ze nog leren hoe ze met anderen moeten omgaan, legt Spithoven uit. Volgens Spithoven zou het goed zijn om meer politieke discussies te hebben over de wetten en regels waaraan de sociale mediaplatformen zich moeten houden. Daarnaast zijn ouders en leraren vaak niet op de hoogte van wat er online gebeurt en begrijpen niet altijd hoe apps werken. “Ouders moeten meer kennis hebben van sociale media en apps, zodat ze hun kinderen beter kunnen begeleiden in veilig online gedrag,” voegt Spithoven toe.