Eigen verslag, geschreven door Dennis Hoogeveen
Dit is deel 1. Deel 2 verschijnt maandag 16 oktober
Het is geen Werelddovendag zonder dat deze te laat begint. We zitten op 23 september om half elf ’s ochtends in de grote zaal van de Verkadefabriek in Den Bosch, terwijl het publiek nog steeds binnenstroomt. Een handjevol vrijwilligers probeert alles in de goede banen te begeleiden en als de stroom langzaam uitdunt en de stoelen voor meer de helft bezet zijn, komen Cas Wolters en Sandra Boertien het podium op. Ze vertegenwoordigen, samen met Nirosha de Boer die de laptop bedient, de drie organisaties die de Werelddovendag organiseren. Deze organisaties zijn: Zo Hoort Het, Limburg Hoort Zo en Stichting Plots- en Laatdoven.
Zo Hoort Het heeft zich aangemeld voor de organisatie van de WDD bij Dovenschap. Dit besluit is toen voorgedragen aan de ALV van Dovenschap. Gera Elferink, één van de voorzitters van Dovenschap, vertelt in een gesprek later dat er geen andere kandidaten waren en dat de ALV toen heeft besloten om door te gaan met Zo Hoort Het en Den Bosch.
Cas en Sandra hebben groene glitterjasjes aan, waarmee ze meteen willen duiden dat het feest op het punt staat om te beginnen. Meteen valt op dat ze vooral praten en heel af en toe gebruik maken van gebaren, waardoor ik toch enigszins afgeleid ben en naast het kijken naar het duo, de NGT-tolk en de ondertiteling, al gauw de draad kwijt ben. Maar het is duidelijk dat de organisatie er zin in heeft en door het symbolisch doorknippen van een lintje is de Werelddovendag geopend.
Meteen na de opening stroomt de zaal leeg en ik kijk verbaasd om mij heen, hoewel de Werelddovendag onder verantwoordelijkheid van Dovenschap valt, heeft Dovenschap geen kans gekregen om onderdeel te zijn van de opening. Ik blijf nog even zitten, nieuwsgierig naar het daaropvolgende onderdeel, Ooggetuigen, georganiseerd door Dovenschap. Helaas blijft bij dit boeiende onderdeel de zaal meer dan driekwart leeg. Dat Dovenschap over het hoofd is gezien, bleef niet ongemerkt bij de organisatie. Rob Struik, één van de kerngroepleden, biedt aan het publiek zijn excuses aan voor het overslaan van Dovenschap. Dovenschap maakt nu van de gelegenheid gebruik om iets te vertellen over de Dovenvlag, de nieuwe vlag die recent werd aangenomen op de algemene vergadering van de Wereldfederatie van Doven (WFD) in Zuid-Korea. Het is de bedoeling dat deze vlag zichtbaarder wordt bij dovenevenementen in Nederland.
Ooggetuigen begint dan, een programma waarbij stellingen worden besproken, onder begeleiding van een rechter (Ibrahim Koysuren), twee aanklagers (Annemieke van Kampen en Tobias de Ronde) en een griffier (Selena den Besten). De aanklagers hebben hun eigen standpunt bij de stellingen en proberen via argumenten het publiek aan hun kant te krijgen. Dit format is erg geschikt om informatie te delen, maar ook om interactie te hebben met het publiek. Ik blijf even zitten bij de eerste twee stellingen (“Doven hebben het erg druk” en “Dovenschap vertegenwoordigt de dovengemeenschap voldoende.”), die niet erg origineel zijn, maar wel leuk worden verdedigd door Tobias en Annemieke. Tobias is het bijvoorbeeld eens dat doven te druk zijn en dus is de inzet van beroepskrachten bij bijvoorbeeld Dovenschap veel beter. Annemieke werpt daar tegenin dat doven ook zelf moeten werken aan hun positie en dus niet te lui mogen zijn.
Ik besluit om de rest van de WDD te verkennen. Ik zie dat het al aardig druk is bij de stand van het Nederlands Gebarencentrum, die – zoals iedere jaar – druk bezig is met het verzamelen van de stemmen voor het Gebaar van het Jaar. Ik vraag Nathalie Muller, medewerker van het Gebarencentrum, of het al druk is. Ik krijg te horen dat al bijna de helft van de stembriefjes is gebruikt, wat het aantal op ongeveer 250 brengt. “De mensen stemmen vooral op het gebaar dat ze zelf al kennen, of zelf in het echt zouden willen zien. Op die manier hoor ik van meer mensen dat ze voor het gebaar van ‘noorderlicht’ hebben gestemd.” Op dezelfde moment komt een bezoeker tussenbeide en zegt dat hij het Gebaar van het Jaar herkent en graag zijn stem wil uitbrengen. Een steelse blik op zijn stembriefje vertelt mij dat hij ook voor het Noorderlicht heeft gestemd.
Naast Nathalie is Sarah Muller druk bezig met het verzamelen van e-mailadressen om een groep van 200 dove panelisten samen te stellen. Richard Cokart, senior onderzoeker, vertelt daarover: “We willen een panel van 200 panelisten samenstellen om af en toe nieuwe gebaren te peilen. Soms hebben we vier verschillende gebaren voor een woord verzameld. Dan willen we rondvragen bij dit panel welk gebaar dan het beste is. We kregen deze tip van het Vlaamse Gebarentaalcentrum. Via dit panel kunnen we dan ook de demografie zien: voor welk soort gebaar stemmen mannen meer, en welke vrouwen. Waar komen ze vandaan? Hoe oud zijn ze? Op deze manier kunnen we meer draagvlak creëren voor het werk van het Nederlands Gebarencentrum. We zoeken uitsluitend Doven die opgegroeid zijn met NGT of die er tenminste vloeiend in zijn.”
Ik spreek een groepje jongeren aan om te kijken hoe ze de WDD tot nu toe ervaren. Leonie van Schaik vindt het vooral druk, er zijn veel mensen. Het valt Philip Fortes op dat er heel veel dove ondernemers zijn die op de informatiemarkt staan. Hij vindt het een positieve ontwikkeling. Yorick van Pruijssen is nog maar net binnen, maar vindt het al erg gezellig. Voor Marloes Bosch is het zelfs de eerste keer dat ze op een WDD is. “Ik woon in Den Bosch, dus dan vind ik het fijner om te komen en nog de optie te hebben om weer weg te gaan als het niks blijkt te zijn. Maar ik vind het al erg leuk om bij te praten met mensen die ik lang niet heb gezien.”
Deze jongeren hebben bijna allemaal een bekertje van Luhu, het eerste café gerund door doven in Nederland, in hun handen. Naast dit groepje staat Luhu met een kraampje. Er staan wat mensen in de rij die koffie, thee en huisgemaakte lekkernijen willen bestellen. Dascha Magnenat, medewerker van Luhu, vertelt dat er heel veel positieve reacties zijn. Mensen zijn verwonderd over hoe lekker de huisgemaakte lekkernijen zijn. Engelien, één van de eigenaars van Luhu, vult aan: “We kregen zelfs complimenten over hoe lekkerder de koffie hier is dan bij de bar!”
Ik zie Gera Vonk, voorzitter van Swedoro, voorbij lopen en ik klamp haar even aan. Ze heeft al drie of vier keer de Werelddovendag georganiseerd en ik vraag haar hoe ze deze editie vindt. “Er is veel keuze in de activiteiten én de communicatiemogelijkheden, dat valt me meteen op. Ik vind het er allemaal erg georganiseerd uit zien. De locatie en de mensen die rondlopen zijn erg inspirerend.”
De oorlog in Oekraïne heeft ons ook geraakt, zowel direct als indirect. De oorlog komt op deze WDD ook ietsje dichterbij, want een groepje Oekraïense doven hebben ook een kraampje bemand. Ze prijzen hun lekkernijen enthousiast aan. Ik moet echt een aantal lekkernijen hebben geproefd. Olja vertelt dat er in Rotterdam een Russisch-Oekraïens winkel is, waar ze dit eten heeft gekocht. Olja is een deel van de ruim 50 dove Oekraïeners die in Rotterdam verblijven en verbonden is aan het hulpprogramma van Swedoro. Het groepje Oekraïeners kijken me vol verwachting aan als ik een stukje chocolade, met dezelfde structuur als Bros, in mijn mond stop. Als ik mijn duim opsteek, beantwoorden ze deze allemaal met een brede glimlach.
Een kraampje dat ook veel aandacht lijkt te trekken, is die van Geef Het Door NGT, de organisatie achter het bekende boek over NGT en Dovencultuur, geschreven door Linde Terpstra en Bea Bouwmeester. Ze staan helaas niet achter de kraam. Waarnemers Joep en Alicia vertellen dat ze druk bezig zijn met netwerken. Ik vraag of het al druk is geweest en hoe de verkoop gaat. Joep heeft al veel positieve dingen gehoord over de poster met het handalfabet. Het valt iedereen direct op hoe divers deze is, met verschillende huidskleuren. Deze poster verkoopt dus goed. Ook de boekjes gaan langzaam, maar gestaag over de toonbank.
Een bedrijf dat je tijdens deze WDD echt niet kunt missen is TYD. Een reclamezuil staat pontificaal midden in de hoofdgang en overal zijn posters opgehangen. Één van de medeoprichters, Daan, vertelt me lachend dat ze de zuil gewoon hebben geplaatst. Zo wisten ze zeker dat ze opvallen. Ik vraag aan Daan of de WDD wel een goede plek is om reclame te maken, aangezien ze vooral NGT-cursussen verzorgen voor horenden. “WDD is ook vooral geschikt om te netwerken. We hebben al contacten gelegd met andere bedrijven die graag iets met NGT willen doen. En daarnaast zijn we ook interessant voor andere doven die graag hun familieleden, collega’s, vrienden naar een gebarencursus willen sturen.”
In een klein zaaltje vind ik het verlengde van de informatiemarkt. Hier is het vooral erg warm en druk. Ik besluit om even te stoppen bij 2Tal, die nogal opvalt met de verkoop van sweaters, t-shirts, met het I-Love-You gebaar als opdruk. Ik probeer contact te maken met een verkoopster, maar ze blijkt geen gebaren te kunnen. Dan spreek ik daarop Nienke Fluitman, de eigenaar van 2Tal dat onder Gebaren.nl valt. Ik vraag nieuwsgierig wie het ontwerp heeft gemaakt. Dit blijkt een horend iemand te zijn uit Engeland met wie Nienke al 20 jaar samenwerkt. Ik vraag of het niet mogelijk was om een dove ontwerper te vinden, maar ik krijg een ontwijkend antwoord dat Gebaren.nl altijd werkt met dove docenten in hun gebarenlessen. Even komt het woord ‘culturele toe-eigening’ bij me op, maar ik besluit om er verder niet op in te gaan. WDD is per slot van rekening een feestje.
Over feest gesproken, tegen 12 uur blijken de 1000 programmaboekjes al allemaal vergeven te zijn. Aangezien ik er zelf geen eentje heb kunnen bemachtigen, lijkt het er dus op dat het aantal bezoekers al over de 1000 heen is gegaan. Ik besluit om nu even in gesprek te gaan met Gera Elferink en Kirsten van de Ven, voorzitters van Dovenschap.
Hoe ervaren jullie deze WDD tot nu toe?
Gera: De sfeer is heel erg goed. Iedereen geniet van deze dag. Het valt ons op dat de organisatie echt divers is, qua doofheid. Dit is echt een soort reünie, iedereen vindt het leuk om elkaar weer te zien en er wordt heel wat afgekletst. Kirsten: Alles is strak georganiseerd. Dus complimenten naar de organisatie toe. Maar er mocht wel wat meer aandacht voor NGT zijn.
Over NGT gesproken. Op de website van WDD staat dat ze naar het thema van WFD (Een wereld waar iedereen overal gebarentaal kan gebruiken) hebben gekeken en gebaseerd daarop voor ‘Met Elkaar’ hebben gekozen. Maar gebarentaal is niet eens genoemd. Wat vinden jullie daarvan?
Gera: Wij vinden dat jammer. We zijn een aangesloten organisatie van WFD en wilden graag zoveel mogelijk het thema aanhouden. Kirsten: We zijn in gesprek geweest met de organisatie en hebben hen het thema min of meer opgelegd. Maar daar zijn ze helaas niet mee in gegaan.
Wat voor lessen zouden jullie hier dan voor volgend jaar uit kunnen trekken?
Gera: Het lijkt erop dat het beter is om in ieder geval één afgevaardigde vanuit Dovenschap in de organisatie te hebben. Op die manier kunnen we een vinger aan de pols houden. Dat hadden we voor deze WDD ook moeten doen, maar er is sowieso altijd een tekort aan menskracht bij Dovenschap.
Is het dan geen mogelijkheid om iemand buiten het bestuur te kiezen, die dan namens Dovenschap in die organisatie kan zitten?
Gera: Zeker! Op die manier kan het bestuur dan ook ontlast worden en in nauw contact blijven. Maar dan moet er wel iemand zijn die dit zou willen doen.
Einde deel 1.