Op 7, 9 en 11 mei is het Eurovisie Songfestival in de Zweedse stad Malmö. Namens Nederland gaat de muzikant en schrijver Joost Klein er heen.
Afgelopen donderdag liet hij zien met welk liedje hij naar het Songfestival gaat. Het liedje heet ‘Europapa’ en gaat over een weeskind dat door Europa trekt om zichzelf te ontdekken en om aan anderen zijn verhaal te vertellen. Hij verloor al op jonge leeftijd zijn ouders.
Vorige week kwam Mirjam Stolk, een tolk Nederlandse Gebarentaal (NGT), met een getolkte versie van het lied. Stolk is zelf horend.
Het fenomeen dat tolken liedjes vertalen en daarmee veel aandacht krijgen in de media, komt vaak voor. Stolk doet dit niet voor het eerst en is hiermee zeker ook niet de enige tolk in Nederland. Hierdoor krijgen dove performers niet altijd de aandacht die ze verdienen. In dit artikel leggen we uit waarom dat schadelijk is.
Dit fenomeen schendt vaak de beroepscode die voor alle tolken NGT geldt. De beroepscode is net vernieuwd en goedgekeurd door de leden van de tolkvereniging NBTG. In deze beroepscode staat welke waarden een tolk NGT moet respecteren om haar werk te doen. Omdat in dit voorbeeld de beroepscode van toepassing is en een tolk altijd moet kunnen uitleggen hoe ze haar beslissingen heeft gemaakt, leggen we uit welke waarden van toepassing zijn.
DNieuws geeft aandacht aan deze gebeurtenis, omdat de gewone media zonder enige toevoeging van nuances de vertaling van Stolk heeft gedeeld. Beroepscode 2.2. zegt dat tolkgebruikers tolken kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid. DNieuws spreekt dus deze tolk aan op haar verantwoordelijkheid. Of de vertaling mooi is gedaan, is aan ieder om te beoordelen. In dit artikel beoordelen we niet de inhoud van de vertaling, of die nu naar NGT of NmG is.
Deze gebeurtenis is schadelijk voor de dovengemeenschap en voor de status van de Nederlandse Gebarentaal. Want een tolk Nederlandse Gebarentaal die voor eigen gewin iets vertaalt in de taal van een minderheidsgroep waar deze zelf niet aan toebehoort, doet aan culturele toe-eigening. Volgens beroepscode 3.6 moet een tolk zich in de dovengemeenschap begeven en weten wat zich daar afspeelt. De dovengemeenschap heeft bewust en onbewust veel last van culturele toe-eigening, iets dat een tolk in de positie als Stolk zich daar bewust van had moeten zijn. Daarnaast stelt de beroepscode in 4.2 en 4.3 dat een tolk zichzelf op een manier moet presenteren, zelfs als vrijwilliger, dat er niet voor zorgt dat er een verkeerd beeld is over het beroep tolk. Bijvoorbeeld in de reacties onder de video’s van Stolk op verschillende kanalen wordt er nu geroepen dat de tolk mee moet naar het Eurovisie Songfestival.
Tolken die graag liedjes willen vertalen kunnen een dove performer benaderen om te vragen of deze het lied kan gaan vertalen en daarbij aanbieden om te ondersteunen. Tolken kunnen hun netwerk gebruiken om de Nederlandse Gebarentaal via deze dove performer meer aandacht te geven. Dat heeft dan te maken met de representatie van dove tolkgebruikers, iets waar in de beroepscode ook naar wordt verwezen (6.3).
Een dove performer heeft meer tijd nodig om een lied te vertalen. Een horend persoon heeft bijvoorbeeld aan het eind van de dag nog energie over om zomaar een tekst of liedje te vertalen, terwijl een doof persoon al de hele dag extra energie heeft moeten steken in de communicatie met horenden. Daarmee heeft de horende persoon een voordeel, een privilege. Een privilege is iets dat het voor iemand gemakkelijker maakt om dingen te bereiken. Bijvoorbeeld wit en/of een man zijn is een privilege, net als horend zijn. In beroepscode 4.6 en 6.4 wordt duidelijk gezegd dat een tolk zich bewust moet zijn van haar eigen privileges.
Dit alles overwegend is het dus wenselijk dat alle aandacht, dus de spotlight, uitgaat naar dove performers.
Court, die een prachtige uitvoering van het lied van Joost Klein heeft gemaakt in NGT, zetten we hierbij graag in de spotlight.
Klik hier voor Court’s uitvoering op Instagram.