DNieuws

Afgelopen nacht is het Israëlische leger begonnen met een grondaanval in Zuid-Libanon. Het gaat om kleine, gerichte acties tegen doelen van Hezbollah. Deze doelen liggen in dorpen dichtbij de grens met Israël en zouden volgens het leger een gevaar zijn voor dorpen in Israël.  

Het leger op de grond krijgt hulp van de Israëlische luchtmacht. 

Defensiespecialist Peter Wijninga legt uit waarom Israël een grondaanval uitvoert na een week lang bombarderen vanuit de lucht. “Israël wil de tunnels, opslagplaatsen en andere infrastructuur van Hezbollah kapotmaken. Sommige zijn lastig te vinden en te raken vanuit de lucht, vooral omdat veel ervan onder de grond zit.” 

Een paar weken geleden begon Israël Hezbollah al aan te vallen via ontploffende piepers en portofoons. Daarna bombardeerde Israël vooral Zuid-Libanon, om Hezbollah zo hard mogelijk te raken. Daarbij zijn er honderden burgerslachtoffers gevallen. 

Op het moment van het schrijven van dit artikel was er nog weinig informatie over de grondaanval. Gisteravond, op maandag 30 september, kwamen er berichten dat het Libanese leger zich uit het gebied heeft teruggetrokken. Vannacht en vanochtend waren er opnieuw zware luchtaanvallen.  
 
Hezbollah zelf heeft nog niet gereageerd op de grondaanval. De baas van de Hezbollah is vorige week gedood door Israël. Zijn opvolger zei gisteren dat Hezbollah goed voorbereid is op een Israëlisch grondaanval en dat Israël zijn doelen niet zal bereiken.  
 
Volgens de VN zijn nu 100.000 mensen uit Libanon naar Syrië gevlucht. Dit zijn zowel mensen uit Libanon als Syriërs. In Libanon wonen ongeveer 1,5 miljoen Syriërs, die daarheen waren gevlucht door de burgeroorlog in hun eigen land. 

Hoewel nu alle aandacht uitgaat naar Libanon, gaan de Israëlische aanvallen in de Gazastrook gewoon door.  

In totaal zijn er nu 41.615 Palestijnen gedood in Gaza en zijn er meer dan 96.000 gewonden geteld. Ook zijn er nog duizenden mensen vermist. 

Deel dit

Geef een reactie

Ga naar de inhoud