Afgelopen dinsdag 3 juni is kabinet-Schoof gevallen.
Het kabinet is officieel demissionair. Dat betekent dat ministers en staatssecretarissen vooral lopende zaken afhandelen. Zij maken dan geen nieuw beleid, maar “passen op de winkel”.
Gisteren heeft de Tweede Kamer gediscussieerd met de coalitiepartijen over de kabinetsval. Daar zijn een aantal dingen naar voren gekomen.
De VVD, NSC en BBB wilden wel via een motie het tienpuntenplan van Wilders steunen, zodat het verder uitgewerkt kon worden. Wilders wilde echter meteen aan de slag. Toen hij begreep dat dat niet zou lukken, trok hij zich terug uit de coalitie.
Premier Schoof wil tot aan de nieuwe verkiezingen doorgaan met vier belangrijke onderwerpen, ook nu het kabinet is gevallen: veiligheid (zoals de oorlog in Oekraïne), de importheffingen van Amerika, de hersteloperatie van de aarbevingwoningen in Groningen en de toeslagenaffaire, en de rijksbegroting.
Ook wil een meerderheid van de Tweede Kamer toch doorgaan met strengere asielregels. Partijen zoals PVV, VVD, NSC, CDA, BBB, SGP, FvD en JA21 willen dat.
Omdat alle PVV-ministers en staatssecretarissen zijn opgestapt, komen er 3 tot 5 nieuwe ministers. De andere ministers van VVD, NSC en BBB kunnen tot de nieuwe verkiezingen het werk niet alleen aan.
De Kiesraad heeft gisteren aan het demissionaire kabinet geadviseerd om de Tweede Kamerverkiezingen te houden op woensdag 29 oktober. Dit advies wordt morgen op vrijdag 6 juni besproken in de ministerraad. Het is wel al bijna zeker dat het die datum wordt.
Waarom kunnen de verkiezingen niet eerder?
De Kiesraad kijkt bij het kiezen van de datum naar verschillende belangen en wettelijke bepalingen. Gemeenten hebben tijd nodig om verkiezingen goed te kunnen organiseren. Ook politieke partijen hebben tijd nodig om zich voor te bereiden, zoals het schrijven van een verkiezingsprogramma, het maken van een lijst met kandidaat-Kamerleden en het organiseren van partijcongressen zodat de leden daar inspraak in kunnen hebben.
