De Russische regering heeft tegen Artsen zonder Grenzen (AzG) gezegd dat het weg moet gaan. Vorige maand kreeg AzG hierover een brief van het Russische ministerie van Justitie. Volgens hen overtreedt AzG de wet, maar het is niet duidelijk welke wet dat precies is.
Artsen zonder Grenzen is een internationale hulporganisatie die medische zorg biedt aan mensen in nood, vooral in conflictgebieden, rampzones en landen met een slechte gezondheidszorg.
Karel Hendriks, de directeur van Artsen zonder Grenzen Nederland, was verbaasd over het besluit. De organisatie werkte sinds 1992 in Rusland en hielp onder andere tuberculose- en hiv-patiënten. Ook gaven ze hulp aan Oekraïense vluchtelingen in Russische grensgebieden. AzG wilde daarnaast ook hulp bieden in Koersk in Rusland, waar kort geleden een aanval door Oekraïne was geweest.
Het verbod past in een grotere trend waarbij Rusland strenger wordt tegen organisaties die geen deel zijn van de overheid. Volgens de Russische wet moeten organisaties die geld uit het buitenland krijgen, zich registreren als “buitenlands agent”. Het is niet duidelijk of Artsen zonder Grenzen om deze reden is gestopt, maar Hendriks zegt dat de organisatie sowieso niet onder deze wet valt.
Rusland gebruikt de buitenlandse-agentenwet vaak om andere meningen tegen te houden, vooral bij buitenlandse onafhankelijke organisaties en journalisten. De Russische wet is strenger geworden in de afgelopen jaren, waardoor het voor die organisaties bijna niet meer mogelijk is om hun werk te doen. Artsen zonder Grenzen was al tientallen jaren belangrijk voor de zorg van kwetsbare mensen, zoals vluchtelingen, daklozen en hiv-patiënten. Het stoppen van AzG betekent dat deze mensen nu bijna geen hulp meer krijgen.
Het is geen verrassing dat AzG nu Rusland moet verlaten. Vele andere buitenlandse onafhankelijke organisaties, waaronder Doctors for Peace, zijn al eerder gedwongen hun activiteiten te staken door de strenge Russische wetgeving.