“Gisteren is al geschiedenis.” – Corrie Tijsseling
De werkgroep Cultureel Erfgoed Doven (CED) van Dovenschap en Kentalis hebben samen de basis gelegd voor het Nederlands Dovenarchief (NDA), met subsidie van Kentalis. Het doel is een centraal punt te creëren waar de geschiedenis van doven in Nederland wordt verzameld en bewaard. Het gaat dan om oude documenten, foto’s en tijdschriften.
Sinds 2015 werkt CED aan het verzamelen van verhalen uit de dovengemeenschap, terwijl Kentalis in 2019 een werkgroep begon die zich richt op het samenbrengen van de geschiedenis van dovenonderwijs en -zorg. Het materiaal is echter verspreid over het hele land, zodat het vinden van materiaal moeilijk is. Daarom besloten beide organisaties hun krachten te bundelen en één archief op te zetten. Daartoe werden zij ook geïnspireerd door een Brits project (Share: The Deaf Visual Archive – Delen: Het Visuele Archief van Doven). Namens dat project kwam een medewerker in 2018 een lezing geven over het digitale archief van de Britse dovengemeenschap. Onderzoeker Corrie Tijsseling van Kentalis en vrijwilliger van CED Lianne Westenberg spraken met DNieuws over dit archief.
Volgens Tijsseling is één centraal archief hard nodig. “Voor mijn promotieonderzoek moest ik door heel Nederland reizen om informatie in archieven te vinden. Dat kostte ontzettend veel tijd en energie. Nu kun je met één klik informatie opzoeken via een website.”
Hoe ver gaat de dovengeschiedenis eigenlijk terug? Westenberg en Tijsseling vertellen dat begin 20e eeuw het verenigingsleven van doven erg sterk was. Overal in het land waren tientallen verenigingen voor bijvoorbeeld voetbal, toneel, schaken en zwemmen. Deze verenigingen waren vaak gebonden aan religieuze zuilen, zoals katholieke of protestantse stromingen, maar er waren ook openbare verenigingen toegankelijk voor iedereen.
Het NDA bevat nu vooral oude edities van Woord en Gebaar uit de periode 1981-1994. Het openbaar maken van meer materiaal mag echter niet zomaar. Strenge regels, zoals de AVG en de Archiefwet, bepalen wat gepubliceerd mag worden, leggen Tijsseling en Westenberg uit.
Het materiaal wordt eerst gecontroleerd volgens de AVG, de Archiefwet en de auteursrechten. Zo wordt bepaald of het materiaal in het openbare deel van het archief mag of in het afgesloten deel. Daarna wordt naar de kwaliteit gekeken. Vervolgens wordt het materiaal ingevoerd in het professionele archiefsysteem. Het krijgt dan een code en andere kenmerken. De uitleg en context worden in andere projecten gegeven, zoals bij een canon.
“Bij het project Onzichtbaar naar Zichtbaar wil de werkgroep verhalen verzamelen en een overzicht maken van bepaalde gebeurtenissen die impact hebben gehad op de Nederlandse dovengemeenschap”, vertelt Westenberg. Dat wordt dan de Canon van de Nederlandse Dovengeschiedenis.
Het opzetten van het Nederlands Dovenarchief is een tijdrovende klus. Het zal jaren duren voordat het echt een volledig archief is. Tijsseling en Westenberg: “CED kan nog meer mensen gebruiken, dus vrijwilligers zijn van harte welkom.”.
Klik hier voor het Nederlands Dovenarchief.