Eerste Kamer stemt tegen wet tegen discriminatie arbeidsmarkt
De Eerste Kamer heeft definitief nee gezegd tegen een wet die discriminatie op het werk wilde stoppen. Zelfs nadat demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) probeerde de wet minder streng te maken om steun te krijgen van kritische senatoren, werd de wet toch verworpen. Een kleine meerderheid van 38 van de 75 senatoren stemde tegen de wet.
De wet zou bedrijven moeten dwingen op te schrijven hoe ze voorkomen dat ze discrimineren bij het aannemen van personeel. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat er vaak wordt geselecteerd op basis van vooroordelen en stereotypen. De arbeidsinspectie zou dit controleren en boetes opleggen als bedrijven zich niet aan de regels houden. Dit zou bedrijven bewuster moeten maken van hun rol bij het bestrijden van discriminatie. In de Tweede Kamer werd de wet met een ruime meerderheid aangenomen. Daarna ging het naar de Eerste Kamer.
In het begin zouden de regels in de wet gelden voor bedrijven met minstens 25 werknemers. Maar omdat de Eerste Kamerleden erg kritisch waren, heeft Van Gennip dat verhoogd naar 50 werknemers, zodat minder bedrijven ermee te maken zouden krijgen. Ze had ook beloofd dat er de eerste twee jaar niet zou worden gecontroleerd of bedrijven de strengere regels volgen, zodat ze eraan konden wennen. Maar zelfs met deze veranderingen kreeg ze niet genoeg steun in de Eerste Kamer.
De Eerste Kamerleden maakten zich vooral zorgen over de extra regels voor kleine bedrijven. De Eerste Kamer vond ook dat er niet genoeg gebruik was gemaakt van andere manieren om discriminatie tegen te gaan.
De partijen die tegen stemden waren BBB, VVD, JA21, PVV, FvD, 50Plus, en SGP.
Voor Van Gennip is het afwijzen van de wet een grote teleurstelling. Ze zei dat iedereen op de arbeidsmarkt een gelijke kans verdient. Zij hoopt dat de bedrijven toch zelf actie zullen ondernemen om discriminatie tegen te gaan.
