Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk laat zien dat doven op verschillende manieren communiceren, zowel met anderen als in hun eigen gedachten. Er is geen vaste taal of manier van denken die voor alle doven hetzelfde is. Hun gedachten hangen af van dingen zoals de leeftijd waarop ze doof werden en of ze een innerlijke monoloog hebben.
Veel doven denken vaak in beelden in plaats van geluiden. Deze beelden kunnen gebarentaal, geschreven woorden of andere visuele vormen zijn. Dit betekent niet dat hun gedachten minder rijk zijn dan die van horende mensen – ze zijn gewoon anders.
Doven die vanaf hun geboorte niets horen, weten waarschijnlijk niet hoe gesproken taal klinkt. Mensen die later doof worden, kunnen vaak nog herinneringen hebben aan hoe praten klinkt. Daardoor denken sommige doven in beelden, in geluiden of in beide.
Uit onderzoek blijkt dat denken in gebarentaal door doven hetzelfde deel van de hersenen activeert als verbaal denken bij horende mensen. Een studie uit 1997 laat zien dat “innerlijke gebarentaal” en “innerlijke spraak” in dezelfde hersengebieden worden verwerkt.
In de jaren ’70 werd al ontdekt dat innerlijke gebarentaal belangrijk is voor het kortetermijngeheugen van doven, net zoals innerlijke spraak dat is voor horenden. Niet alle horende mensen denken echter in woorden. Sommige horenden hebben geen innerlijke monoloog en denken in beelden of abstracte ideeën zonder woorden.
Artikel: Kenny Åkesson / Teckenrapport
Vertaling + revisie: Jos de Winde