Gisteren op donderdag 6 juni heeft het Israëlische leger een school van de Verenigde Naties (VN) in de Gazastrook gebombardeerd. Volgens het leger zijn hierbij veel Hamas-leden gedood. Maar de VN zegt dat bij de aanval 35 tot 45 Palestijnse burgers zijn omgekomen. Het Israëlische leger zegt hiervan niets te weten.
Een verslaggever van een Amerikaanse persbureau die bij het ziekenhuis was waar de slachtoffers zijn gebracht, zag zeker dertig lichamen, waaronder veertien kinderen. Het Israëlische leger beweert dat er twintig tot dertig Hamas-leden in de school waren, van wie er “veel” gedood zouden zijn. Deze Hamas-leden zouden betrokken zijn geweest bij de aanval op 7 oktober en plannen hebben gemaakt voor nieuwe aanvallen vanuit de school.
Hamas zegt dat het niet waar is dat er Hamas-leden in de school waren.
De school gaf onderdak aan vele honderden Palestijnse vluchtelingen die daar veiligheid zochten, aldus een Palestijnse nieuwszender. Zij werden midden in de nacht verrast door de aanval.
Het Israëlische leger zegt maatregelen te hebben genomen om het risico op burgerslachtoffers te beperken, maar beschuldigt Hamas ervan Palestijnse burgers in gevaar te brengen door zich onder hen te verstoppen in tunnels.
De baas van de VN heeft gezegd dat er helemaal geen reden is om alle Palestijnen zo te straffen. Ook Amerika, Israëls belangrijkste bondgenoot, wil dat Israël minder Palestijnse burgerslachtoffers moet maken en meer humanitaire hulp moet toelaten in de Gazastrook.
Het Internationaal Gerechtshof eist dat Israël onmiddellijk stopt met de aanvallen in Rafah, in het zuiden van de Gazastrook. Vorige week kwamen daar tientallen Palestijnen om bij een bombardement op een tentenkamp. De hoogste rechtbank van de VN noemt daar de situatie rampzalig.