Als een kabinet een wetsvoorstel maakt of een begroting aanpast, moet het grootste deel van de Tweede Kamer het eens zijn met dat voorstel of de aanpassing. Dat heet een meerderheid van de Tweede Kamer.
Dan is het handig als het kabinet meer dan de helft van de zetels in de Tweede Kamer heeft. Er zijn 150 zetels, dus het kabinet moet minimaal 76 zetels hebben zodat het wetsvoorstel of de begrotingsaanpassing sneller wordt aangenomen. Dat is een meerderheidskabinet.