Het onderwijs op basisscholen gaat de komende jaren flink veranderen. De regering stelt nieuwe doelen voor de vakken Nederlands, rekenen en wiskunde. Deze veranderingen zijn nodig om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, vooral in lezen, schrijven en rekenen, omdat die de afgelopen jaren minder goed zijn geworden. Staatssecretaris Mariëlle Paul (VVD) zegt dat deze nieuwe doelen kunnen helpen om de leerlingen beter te laten presteren.
De nieuwe onderwijsdoelen, ook wel ‘conceptkerndoelen’ genoemd, zijn gemaakt voor zowel basisscholen als de onderbouw van middelbare scholen. Er zijn in totaal 34 doelen die precies aangeven wat kinderen moeten leren, zoals goed kunnen spellen, lezen, creatief omgaan met taal, teksten begrijpen en rekenen met breuken. Deze doelen zijn duidelijker en concreter dan het oude lesprogramma, dat twintig jaar oud is en vaak te vaag was.
Een van de grootste veranderingen is dat de lesstof beter is aangepast aan de digitale tijd. De nieuwe doelen zeggen niet alleen wat kinderen moeten leren, maar ook hoe ze dat kunnen doen. Bijvoorbeeld, bij rekenen met breuken staat nu precies hoe moeilijk de sommen moeten zijn. Ook bij taal zijn de doelen duidelijker. Vroeger was er bijvoorbeeld het doel ‘creatief omgaan met taal’, nu is het aangepast naar ‘schrijf een kort verhaal’.
Rekenen en taal worden ook in andere vakken verwerkt. Dit betekent dat leerlingen in elk vak met rekenen en taal bezig zijn. Bijvoorbeeld, in een geschiedenisles kunnen ze een presentatie geven of een diagram maken, waarbij ze dus ook rekenen en taal gebruiken.
Communiceren, debatteren en presenteren zijn ook belangrijker geworden in de nieuwe onderwijsdoelen. De doelen zijn duidelijker, waardoor leraren beter weten hoe ze les moeten geven. Lezen wordt verbeterd met boekenkringen en er wordt een opstel geschreven na een museumbezoek. Dit zijn allemaal adviezen uit de nieuwe doelen.