De Olympische Zomerspelen in Parijs in Frankrijk zijn inmiddels een paar weken bezig. De Nederlandse Olympiërs hebben al mooie medailles gewonnen in verschillende sporten, waardoor Nederland nu met 20 medailles op plek 9 van de medaillelijst staat. A.s. zondag 11 augustus worden de Spelen afgesloten met de marathons voor mannen en vrouwen. Dan wordt duidelijk hoeveel medailles Nederland heeft gewonnen.
De oude Olympische Spelen
Wist je dat de allereerste Olympische Spelen in 776 voor Christus waren? Deze Spelen werden gehouden in Olympia, Griekenland. De Grieken organiseerden deze Spelen om hun oppergod Zeus te eren. Het was een religieus festival en een manier om oorlogen tussen de Griekse steden tijdelijk te stoppen en verzoening te zoeken.
De Spelen vanaf 776 voor Christus vonden toen plaats op de velden bij de tempel van Olympia. De Spelen werden steeds groter, er werd steeds meer gebouwd. Uiteindelijk kwam er een stadion met plaats voor 40.000 toeschouwers. Nu zijn daar alleen nog resten van over.
De plek van de tempel van Olympia was een heilige plek met veel olijfbomen. Van de takken van die bomen werden toen de kransen gemaakt die op het hoofd werden geplaatst van winnaars. Er was ook een altaar voor Zeus. De oude Olympische Spelen bestonden uit hardlopen, springen, werpen, boksen, worstelen, pankration (een combinatie van boksen en worstelen) en wagenrennen. In de tweede eeuw na Christus kwamen dagelijks minstens 40.000 toeschouwers kijken.
Alleen Griekse jonge mannen mochten toen meedoen; vrouwen niet.
Het einde van de oude Spelen
Langzaamaan kregen de Romeinen de macht in Griekenland en werden de Spelen minder belangrijk. Toen het christendom de officiële religie van de Romeinen werd, zagen ze de Spelen als een feest voor ongelovigen. In 393 verbood de Romeinse keizer Theodosius I de Spelen.
De moderne Olympische Spelen
Eeuwen later, in de late 19e eeuw, wilde de Fransman Pierre de Coubertin de Olympische Spelen nieuw leven inblazen. Hij geloofde dat sport belangrijk was voor de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jongeren en vriendschap tussen landen kon bevorderen. Hij vond ook dat sport eerlijkheid en respect bij atleten kon kweken.
In 1894 werd tijdens het eerste Olympische congres besloten om in 1896 de eerste moderne Olympische Spelen in Athene, Griekenland, te organiseren. Er deden 241 atleten uit 14 landen mee. Ze namen deel aan atletiek, gewichtheffen, schermen, schietsport, tennis, turnen, wielrennen, worstelen en zwemmen.
Vrouwen mochten niet meedoen aan de eerste moderne Spelen in 1896, maar wel in 1900 bij de tweede Spelen in Parijs, Frankrijk. Ze deden mee aan sporten zoals tennis, zeilen, croquet, paardensport en golf.
Olympische Symbolen
De Olympische vlag met de vijf ringen in de kleuren rood, geel, blauw, groen en zwart is ontworpen door Pierre de Coubertin. De kleuren zijn gekozen omdat in elke vlag van elk land minimaal één van deze kleuren heeft. De ringen symboliseren ook passie, vertrouwen, overwinning, ethiek en sportiviteit.
De Olympische Vlam is een moderne traditie, geïntroduceerd in 1928 tijdens de Spelen in Amsterdam. De Nederlandse architect Jan Wils, die het Olympisch Stadion ontwierp, bedacht de Marathontoren waar rook overdag en vuur ’s avonds zichtbaar was. Tegenwoordig wordt de vlam altijd aangestoken in het Olympisch stadion van het gastland, door een bekende sporter uit dat gastland. De vlam komt uit de oude stad Olympia. De fakkel wordt daar aangestoken met via zonlicht op spiegels.
De Olympische Spelen hebben een rijke geschiedenis die teruggaat tot de oudheid en zijn uitgegroeid tot een wereldwijd evenement dat sporters uit alle hoeken van de wereld samenbrengt in vriendschap, respect en sportiviteit.