De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) heeft voor het eerst sinds 7 oktober een resolutie [een bepaling, red.] aangenomen voor een onmiddellijk staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas.
De Verenigde Staten (VS) heeft niet meegestemd, waardoor de resolutie kon worden aangenomen. Dat de VS niet mee heeft gestemd, heeft de Israëlische premier Netanyahu en zijn regering boos gemaakt.
In de nieuwe resolutie staat dat zowel Israël als Hamas tijdens de rest van de Ramadan de wapens neer moeten leggen. De Ramadan duurt nog nog t/m 9 april. De VN eist ook de onmiddellijke vrijlating van alle gijzelaars van beide kanten en voldoende humanitaire hulp voor de Gazastrook.
Er waren al eerder resoluties van de VN over het staakt-het-vuren, maar de VS spraken hier zich steeds tegen uit. De VS vonden eerst dat Israël het recht op zelfverdediging zou verliezen zolang Hamas niet was verslagen, en wilden het verbinden aan de vrijlating van door Hamas ontvoerde gijzelaars.
De mening van de VS is nu veranderd, omdat er veel zorgen zijn over de humanitaire situatie in Gaza, met name in Rafah, waar meer dan een miljoen Palestijnen schuilen. Netanyahu wil namelijk Rafah aanvallen, volgens hem om Hamas te bestrijden. Het plan van Netanyahu om Rafah aan te vallen, wordt bekritiseerd door zowel de Europese Unie (EU) als de VS. Ze zien dit als een gevaarlijk plan met mogelijke vreselijke gevolgen voor de 1,4 miljoen Palestijnen in de regio.
Het dodental in Gaza is gestegen tot meer dan 32.000 door de bombardementen en beschietingen van Israël. Er lijkt geen einde aan te komen.
Het kan zijn dat Israël de nieuwe resolutie negeert. De VN kan Israël niet dwingen om de resolutie na te leven. Het heeft geen eigen politiemacht. Eerdere resoluties zoals bijvoorbeeld over het illegaal bouwen door Israël van huizen op Palestijns gebied of om de humanitaire crisis in Gaza te verlichten, werden ook door Israël genegeerd.
Door de resolutie is er meer druk gekomen op de onderhandelingen tussen Israël en Hamas, waar zij nu mee bezig zijn in Egypte en Qatar.
De VN-Veiligheidsraad (bron: Andrew Kelly/Reuters via De Volkskrant)
