Vroeger waren volkstuintjes ooit bedoeld voor mensen die niet veel geld hadden, maar steeds meer andere mensen doen ook aan volkstuinieren. Van bouwvakkers tot rechters, iedereen doet mee. Eenmaal op de volkstuin ben je gewoon een volkstuinder.
De Algemene Vereniging Van Volkstuinders Nederland (AVVN) ziet dat steeds meer academici en mensen met kantoorbanen ook een volkstuin nemen. Ze willen graag met hun voeten in de klei staan.
Volgens AVVN is het beeld van tuinieren in een volkstuintje door de jaren heen veranderd. Als je vroeger aan iemand met een volkstuin dacht, dan zag je bijvoorbeeld een gepensioneerde of gezinnen met weinig geld die zelf groenten kweekten om op te eten. Dat is nu anders. Een volkstuinder kan nu iedereen zijn.
Volgens de Bond van Volkstuinders, verantwoordelijk voor 6000 volkstuinen op 29 locaties in en rond Amsterdam, weet je nu op de volkstuin niet van elkaar wat voor werk je doet, je bent gelijk aan elkaar. Op de volkstuin ben je gewoon een volkstuinder.
De Bond zegt dat volkstuinen een plek zijn waar mensen kunnen ontspannen wanneer ze even aan het drukke leven willen ontsnappen. Er zijn lange wachtlijsten bij de bond.
Volgens de AVVN komt de grote populariteit doordat het doel van tuinieren door de jaren heen is veranderd. Mensen willen de natuur weer in hun leven brengen door een volkstuin te hebben. Er is steeds meer asfalt en gebouwen, en weinig natuur. Vooral jonge gezinnen waarderen het dat hun kinderen kunnen leren en genieten van de natuur in de tuin.
