In de nacht zondag 10 op maandag 11 maart is de Ramadan begonnen.
DNieuws vroeg aan Naima Abdullahi wat de Ramadan precies is. Naima is een dove moslima, die in Nederland woont. Zij legde aan DNieuws uit dat de Ramadan de 9e maand is van de islamitische kalender. Volgens de islam begon deze kalender op 15 of 16 juli 622, op de dag dat de profeet Mohammed vertrok vanuit Mekka.
De Ramadan is heilig voor de moslims. In die tijd wordt door bijna alle moslims tussen zonsopkomst en zonsondergang niet gegeten en gedronken, maar ook wordt er extra aandacht gegeven aan zichzelf, aan elkaar en aan de ander, en aan Allah, vertelde Naima. In deze maand wordt er extra veel gelezen in het heilige boek Koran, waarbij imams extra lezingen geven over het boek. Ook wordt er veel gebeden.
Voordat de zon opkomt, eten de moslims hun ochtendmaaltijd. Dat wordt suhoor genoemd. Nadat de zon is ondergegaan, beginnen de moslims aan hun avondmaaltijd: de iftar.
Naima vertelde dat zodra de zon onder is, er eerst een dadel wordt gegeten. Pas daarna wordt er water gedronken en verder gegeten. Dadels zijn vruchten van de palmboom. Ze zijn een belangrijke energiebron, en worden ook bij de ochtendmaaltijd gegeten. Dan heb je minder snel trek.
Naima legde uit dat niet alle moslims meedoen met de Ramadan, bijvoorbeeld jonge kinderen tot 6 jaar. Als een kind na die leeftijd zegt dat het mee wil doen, dan mag dat, maar niet de hele dag. Een halve dag is voldoende om te wennen, als het kind wat ouder is, rond de 11 jaar, doet die de hele dag mee.
Oude mensen hoeven ook niet mee te doen als hun gezondheid dat zegt. Zieke mensen, zwangere vrouwen en vrouwen of meisjes die ongesteld zijn doen niet mee aan de Ramadan. Zij mogen de dagen dat zij niet mee hebben kunnen doen, wel later inhalen.
Voor Naima zelf betekent de Ramadan een tijd van bezinning. Dat wil zeggen dat zij gaat nadenken over zichzelf: wie ben ik, waarom doe ik zus, waarom doe ik zo. Maar ook geeft zij zeer bewust aandacht aan andere moslims, en denkt zij aan de Palestijnen, Syriërs, Congolezen, Sudanezen, en andere moslims, al die mensen die in vreselijke omstandigheden zitten.
DNieuws vroeg aan Naima hoe niet-moslims rekening kunnen houden met de moslims die meedoen met de Ramadan. Volgens haar is het fijn als niet-moslims niet steeds vragen stellen zoals: “Maar heb je dan geen honger?”, “Wil je echt niet wat drinken?”, “Waarom doe je dat?”, etc.
Voor moslims is het echt niet erg als je als niet-moslim gaat eten of drinken waar zij bij zijn. Moslims hoeven niet “anders” behandeld te worden tijdens de Ramadan.