In Polen is herdacht dat Auschwitz-Birkenau, het grootste concentratie- en vernietigingskamp van de nazi’s, 80 jaar geleden werd bevrijd. Op 27 januari 1945 kwam het Sovjetleger het kamp binnen en bevrijdde de 7.500 gevangenen die nog in leven waren. De nazi’s hadden in Auschwitz meer dan 1,1 miljoen mensen vermoord, onder wie Joden, Roma, Sinti, homoseksuelen en politieke gevangenen.
De herdenking vond plaats op het terrein van het voormalige kamp, bij de beroemde toegangspoort. Hier kwamen vroeger de treinen aan met gevangenen. In een grote tent luisterden bezoekers naar de verhalen van overlevenden. Ongeveer vijftig overlevenden waren aanwezig, herkenbaar aan hun blauw-wit gestreepte sjaals. Deze kleuren herinneren aan de kleding die zij in het kamp moesten dragen.
De overlevenden spraken over de gruwelijkheden die ze hebben meegemaakt. Ook waarschuwden ze voor de groei van antisemitisme in de wereld en riepen ze op om daartegen in actie te komen. Aan het einde van de bijeenkomst werden kaarsen aangestoken en gebeden uitgesproken bij een oude treinwagon, zoals die vroeger gebruikt werd voor het transport van gevangenen.
Veel regeringsleiders en andere belangrijke personen waren aanwezig bij de herdenking. Vanuit Nederland kwamen koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Amalia.
Toen de Sovjets in januari 1945 het kamp Auschwitz naderden, probeerden de nazi’s hun misdaden te verbergen. Ze vernietigden documenten, staken gebouwen in brand en bliezen gaskamers op. 58.000 gevangenen moesten in de ijzige kou naar het westen lopen; duizenden stierven onderweg of werden doodgeschoten als ze niet verder konden.
27 januari is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationale Holocaust Herdenkingsdag. Over de hele wereld wordt op deze dag stilgestaan bij de slachtoffers van de Holocaust. In Nederland was afgelopen zondag 26 januari de herdenking in het Wertheimpark in Amsterdam. Sinds woensdag 22 januari werden de namen voorgelezen van de Nederlandse slachtoffers van de Holocaust.
