Joodse overlevende van de Schouwburg overleden

Emilie Nolst Trenité-Meijer is overleden op 97-jarige leeftijd. Dat meldt haar familie in een advertentie in NRC. Toen ze 14 jaar was, moest ze zich vijf weken verstoppen in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de nazi’s de Hollandsche Schouwburg als verzamelplek voor Joden. Vanaf daar werden zij op de trein gezet naar kampen zoals Westerbork en Auschwitz. In totaal werden meer dan 46.000 Joden vanuit de schouwburg weggevoerd. De meeste mensen kwamen niet meer terug.

Meijer was de dochter van een Joodse huisarts uit Amsterdam-Oost. Ze dook samen met haar moeder onder, maar werd ontdekt. Ze kwam in de Hollandsche Schouwburg terecht. Daar zag Walter Süskind haar. Hij werkte in de schouwburg en hielp in het geheim Joodse kinderen ontsnappen. Dat deed hij door hun namen uit de administratie te wissen.

Meijer bleef langer in de schouwburg dan andere kinderen. Ze wisselde steeds van groep, zodat ze niet op transport werd gezet. Toen de nazi’s de schouwburg leegmaakten, verstopte ze zich. In de nacht werd ze gered door medisch assistent Maurice Hirschel. Hij werkte samen met Süskind.

Na haar ontsnapping zat Meijer op verschillende onderduikadressen. Aan het einde van de oorlog zag ze haar vader terug. Veel familieleden overleefden de oorlog niet. Van de 140.000 Joden die in 1940 in Nederland woonden, werden er ruim 100.000 vermoord of stierven in de kampen.

Meijer vertelde haar verhaal in een documentaire over de Hollandsche Schouwburg: Flink: In het hol van de leeuw. Deze is in twee delen te zien op YouTube.