De Raad van State maakt zich zorgen over twee asielvoorstellen van minister Faber (PVV) voor het strengste asielbeleid ooit in Nederland. De Raad vindt dat deze voorstellen niet zoals ze nu zijn naar de Tweede Kamer moeten gaan. De Raad van State bestaat uit een groep mensen die goed nadenkt over belangrijke wetten en regels in Nederland.
De wetsvoorstellen gaan over twee belangrijke veranderingen. Het eerste voorstel gaat over het maken van twee groepen voor asielzoekers. Mensen die vluchten voor persoonlijk gevaar, zoals minderheden die worden vervolgd, krijgen langdurig asiel. Mensen die vluchten voor oorlog of geweld krijgen tijdelijk asiel. Het tweede voorstel wil de tijdelijke verblijfsvergunning voor asielzoekers korter maken, van vijf jaar naar drie jaar.
Volgens de Raad van State kunnen de asielwetten de druk op de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de rechtbanken groter maken, waardoor de procedures misschien langer duren. De opvang voor asielzoekers is nu al vol. Ook waarschuwt de Raad dat de wetten het risico hebben dat de rechten van asielzoekers, zoals het recht op een eerlijk proces, niet worden gerespecteerd.
Het kabinet van de PVV, NSC, VVD en BBB wil toch de wetsvoorstellen snel naar de Tweede Kamer sturen, ondanks het negatieve advies van de Raad van State. Het kabinet vindt dat er snel iets moet gebeuren. Er is wel verschil van mening tussen NSC en PVV over hoe snel dat moet gebeuren en of er nog veranderingen nodig zijn. Geert Wilders (PVV) heeft gedreigd dat de wetten precies zo moeten worden ingevoerd, anders komen er nieuwe verkiezingen.
De oppositie in de Tweede Kamer is zelf heel kritisch over de wetten. Ze denken dat de wetten meer problemen zullen geven en dat ze weinig invloed zullen hebben op het aantal asielzoekers.
